10
11
Variant 3: Netwerkbenadering (Mix van publiek en privaat)
Deze variant is een verder doorgetrokken variant van vijf loketten (variant
2) De kern van deze variant is dat alle aanbieders zich conformeren aan
een gezamenlijke transparante instroom en dat daarmee de concurrentie op
cliëntniveau vervalt. In deze variant blijven alle bestaande ingangen
gehandhaafd. Ingangen met of zonder loketten de hele week open of slechts
een dagdeel. De gemeente zorgt er voor dat onder haar regie partijen met
elkaar kunnen communiceren en dat zij hun methodiek van vraagverheldering
op elkaar afstemmen. Alle locaties kunnen het predicaat Wmo -AWBZ loket
verwerven indien zij zich daarvoor aanmelden en aan de vereisten daarvoor
van de gemeente voldoen. Het gelijke aanbod wordt geregisseerd door de
gemeente. Naast het gezamenlijke deel heeft/houdt iedere balie de huidige,
aan de eigen doelen gerelateerde specifieke taak. In het gemeentelijk loket
zijn generalisten werkzaam. Bij alle andere locaties zijn naast
generalisten, per definitie, vooral specialisten werkzaam. Alleen de
medewerkers van het gemeenteloket zijn in dienst bij de gemeente.
Voordelen van deze variant
Zeer specialistische kennis ten behoeve van verschillende
cliëntgroepen blijft behouden zowel in private als publieke domein.
De onafhankelijkheid schuilt in de optimale keuzevrijheid van de
cliënt
Financieel gezien bouwt deze variant op bestaande voorzieningen en
moet er geïnvesteerd worden door de gemeente in het creëren van
uniformering van het cliëntproces
Deze variant kan van de drie rekenen op het meeste draagvlak omdat er
recht gedaan wordt aan het publieke en private domein
De laagdrempeligheid is gelegen in het feit dat er meerdere ingangen
zijn voor de cliënt.
Nadelen van deze variant
Voorzieningen blijven duidelijk herkenbaar maar wanneer de gemeente
de doorverwijzing niet goed regelt kan het betekenen dat een cliënt
toch naar meer dan één plaats toe moet.
Het uitvoeren van de regierol vergt extra inspanning van de gemeente
omdat er geen of weinig samenhang bestaat tussen de organisaties
Financiële consequenties
De diverse organisaties hebben cliëntondersteuners in dienst. Waar het HWL
en SWOL betreffen worden deze cliëntondersteuners betaald via een subsidie
van de Gemeente Leeuwarden en dit hoeft niet te veranderen. Uitgaande van
een beschikbaar budget van €250.000 is de verwachting dat variant hiervan
gefinancierd kan worden. Misschien kan de gemeentelijke bijdrage lager
uitvallen door een mogelijke bijdrage van zorgaanbieders aan de publieke
voorziening
schematische weergave:
7DE KEUZE UIT DE VARIANTEN
Van de zijde van cliëntorganisaties worden de volgende criteria benoemd in
hun aanbevelingen voor de vorming van het Wmo-loket: bereikbaarheid,
toegankelijkheid, herkenbaarheid, deskundigheid, onafhankelijkheid en
persoonlij k
Hierbij springt het criterium 'onafhankelijk' er uit als zeer belangrijk.
Onafhankelijk wordt daarbij beschreven als "werken in het belang van de
cliënt" en "onafhankelijk van aanbieders van diensten en zorg". In de
opdracht van de gemeenteraad is dit criterium ook nadrukkelijk opgenomen.
Bij de beoordeling van de varianten past het college allereerst deze
criteria toe.
In het voorafgaande zijn ook belangrijke uitgangspunten genoemd voor het
maken van een keuze uit de varianten. De volgende zijn daarbij voor het
college doorslaggevend bij het maken van een keus:
onderscheid tussen zelfredzame en niet of minder zelfredzame burgers
outreachende aanpak van cliëntondersteuning
vraaggericht
breed terrein van zorg, wonen, welzijn en diensten
keuzevrijheid in dienstverlening en aanbieders
zo min mogelijk bureaucratie
Hantering van deze criteria en uitgangspunten brengt ons tot de keus voor
variant 2De bestaande en bij een groot deel van de burgers bekende
sociale infrastructuur wordt in deze variant uitgebouwd en geoptimaliseerd.
X)0 cliëntondersteuning, het 'om- of meitinken'naar onze mening het hart
van het Wmo-loket, bouwt voort op de ervaring van met name de
cliëntondersteuners van MEE, SWOL en HWL en kan zo op onafhankelijk
objectieve wijze nog dichter bij vooral de niet of minder zelfredzame
burger worden uitgevoerd.
Voor burgers die de weg zelf weten te vinden wordt niet, zoals in de eerste
varianteen loket voor een loket geplaatst. Hen wordt bij verschillende
organisaties dezelfde informatie beschikbaar gesteld. Tegen variant 1 pleit
ook dat hiervoor nauwelijks tot geen draagvlak aanwezig is in de stad en op
moeizame wijze een geheel nieuwe structuur en organisatie moeten worden
opgebouwdOok het kostenaspect is bij deze variant bezwarend.
In variant 3 is de objectiviteit en onafhankelijkheid op dit moment
onvoldoende gewaarborgd. Wij zijn in verband van Foar Elkoar met het