Locatiekeuze maatschappelijke opvang: keuze voor een andere
aanpak
2
1 Inleiding
De komende jaren zijn er nieuwe locaties voor de maatschappelijke opvang -inclusief
vrouwenopvang- en de verslavingszorg nodig1.
Voor deze nieuwe locaties willen we het proces rond de locatiekeuze op een andere manier
vormgeven dan we dat tot nu toe hebben gedaan. We willen in de toekomst de burgers, wijkpanels in
een eerder stadium bij het proces rond locatiekeuze betrekken.
In het verleden bestond soms onduidelijkheid over welke partij een beslissende rol had bij de
locatiekeuze (b. en w., de raad of in sommige gevallen de instelling). We willen van te voren
duidelijkheid verschaffen over welk bestuursorgaan dan wel instelling het besluit neemt over een
locatie.
Om te komen tot een andere manier van werken, is op 24 januari 2007 een bijeenkomst
georganiseerd over de manier waarop de locatiekeuze in de maatschappelijke opvang en
verslavingszorg tot stand komt. Hier is gesproken tussen wijkpanels, omgevingsoverleggen,
raadsleden, betrokken instellingen, cliënten van instellingen en beleidsmedewerkers van de gemeente
Leeuwarden, over de wijze waarop de locatiekeuze het beste vorm kan worden gegeven.
De bijeenkomst was voor ons de eerste stap naar een andere aanpak. Deze notitie is een tweede
stap. Hierin verwoorden wij de gedeelde uitgangspunten uit de bijeenkomst van 24 januari 2007 en
werken we deze punten uit naar de praktijk.
Opbouw notitie
De opbouw van de notitie is als volgt:
We beginnen met de uitkomsten van de bijeenkomst over locatiekeuze in januari jl. Dit vormt de basis
voor het vervolg van de notitie.
Hoofdstuk 2 beschrijft voor welke voorzieningen van maatschappelijke opvang concreet een locatie
gezocht wordt.
In hoofdstuk 3 worden de rollen van de vertegenwoordigers van de burgers, de raad, het college en
de instellingen uitgewerkt.
Hoofdstuk 4 doet een voorstel over wanneer de raad, het college dan wel de instelling het definitieve
besluit rond locatiekeuze neemt.
Tenslotte gaan de hoofdstukken 5 en 6 in op de projectuitvoering en het proces op de korte termijn.
Resultaten bijeenkomst
Belangrijke conclusies uit de bijeenkomst over locatiekeuze zijn:
Burgers vanaf het begin betrekken bij het proces rond locatiekeuze.
Burgers serieus nemen; Mogelijkheden voor compensatie van de wijk meenemen.
1 Zie ook de notitie 'Voor iedereen (een) plek!' van november 2006 (te downloaden via Bestuurlijke informatie van de
www.leeuwarden.nl).
Burgers of wijken zijn niet besluitvormend, dat is de verantwoordelijkheid van de politiek (college
van b. en w. en de gemeenteraad).
Voorkeur voor de werkwijze van Dialoog, Besluit, Uitvoering in overleg (DBU)2.
o Bij het DBU model gaat het college eerst de dialoog aan met alle betrokkenen, vervolgens
neemt het college of de raad een beslissing rond locatiekeuze en zoekt overleg met de
omgeving om plannen te ontwikkelen en te verwezenlijken;
o Tot nu toe is vaak gebruik gemaakt van de werkwijze van Besluit, Bekendmaken en
Verdedigen (BBV). Het college of de raad neemt een besluit, maakt het bekend in de
buurt en gaat het vervolgens verdedigen,
o We willen nu gaan werken via het model van Dialoog, Besluit en Uitvoering in overleg.
Duidelijkheid vooraf over het proces rond de locatiekeuze voor maatschappelijke opvang en
verslavingszorg. Dit betekent dat duidelijk is wat de rollen zijn van burgers, raad, college en
instellingen; duidelijk is wie op welk moment wordt geïnformeerd, duidelijk is wie een besluit
neemt en wanneer burgers inspraak hebben of mee kunnen praten;
Goede afspraken maken, waarbij een onderscheid gemaakt moet worden tussen lichtere
(woonvoorzieningen) en zwaardere voorzieningen (voorzieningen dichter op het straatleven);
Meerdere locaties tegelijkertijd en indien mogelijk verspreid over de stad uitzetten;
Communicatie: blijvend aandachtspunt. Van begin tot eind van het proces informatie geven en
met elkaar in gesprek blijven.
2 Benodigde nieuwe locaties
In de komende tijd moeten nieuwe locaties gezocht worden voor de volgende voorzieningen:
Algemene opvang (40 plaatsen woonvoorziening);
Zorgafdeling (50 plaatsen verpleegtehuis);
Nachtopvang (35 plaatsen);
Woonpension Willemstate (24 plaatsen).
Onderstaand geven we meer achtergrondinformatie over de voorzieningen waar een nieuwe locatie
voor gezocht wordt.
.2.1 SMO Fry si an3
De hierboven genoemde voorzieningen vormen een onderdeel van Stichting Maatschappelijke
Opvang Fryslan (SMO Fryslan). Voor de algemene opvang, de zorgafdeling en de nachtopvang is de
aanleiding voor het zoeken naar een nieuwe locatie de ontmanteling van het gebouw De Terp aan de
Goudenregenstraat. De redenen om het gebouw de Terp te verlaten zijn: het kleinschaliger werken
met cliënten en de noodzaak van een grootschalige renovatie van het pand4. Voor het woonpension
Willemstate geldt dat de huidige locatie ruimte biedt voor 16 mensen. Omdat de vraag naar een plaats
in Willemsstate hoger ligt dan deze 16 plaatsen en omdat er op de huidige locatie financieel niet quitte
gedraaid kan worden (dit kan bij een minimum van 24 bewoners), wordt gezocht naar een nieuwe
locatie.
2 Tijdens de bijeenkomst werd deze werkwijze DDD (Dialogue-Decide-Deliver) aanpak genoemd. Gezien ook de voorkeur
vanuit de raad voor Nederlands terminologie, heb ik deze vertaald naar DBU.
3 Srno Fryslan uit Leeuwarden en Maatschappelijke Opvang Ondersteuning (crisisopvang Blijenhof) uit Burgum fuseren.
Vanaf 1 januari 2007 is de bestuurlijke fusie een feit. Op 1 januari 2008 wordt er ook juridisch een nieuwe stichting gevormd.
4 De Corporatieholding Friesland (CFHF) is eigenaar van het gebouw. SMO Fryslan huurt De Terp van de CHF.