k^JL.s. Huizum, 14 Februari 1946. -1.851»SA 07-2 E'os t enb a drag vakonderwij s Krachtens het bepaalde bij artikel 101 bis,eerste lid,der Lager Ondorw;.jawat 1920 moet in gemeenten,waar ten behoeve van een of meer openbare scholen vakonderwijzers zijn aangesteldde gemeenteraad jaarlijks voor 1 April vaststellen hâe groot het gemiddeld bedrag is gevreest, dat in het voorafgaandt, kalenderjaar per leerling a an die school of aoholen aan belooning van vakonderwijzers is uitgege'Wc. In deze gemeente waren in 1945 afsonderlijke vakonderwijzeressen voor nutnige handwerken aan meisjes aangesteld en wel aan de openbare lagero school te Stiens twee en aan die te Britsum één. Deze leerkrachten hebben over dat jaar in totaah.een bedrag van f 550,87 aan belooning ontvangen» hTaar luid van het vijfde lid van meergenoemd artikel 101 bis moet deze belooning berekend worden met inbegrip van de niet op deze onderwijzeressen verhaalbare pensioensbijdragen.Van hen was één in het pensioenfonds opgenomen,n.l. Mej.H. de Vries te Britsum. en deze is slechts een gedeelte van het jaar in functie geweest.Ten behoeve van haar bleef een bedrag van f 10,02 als pensioensbijdrage voor rekening der gemeente. De berekening van het gemiddeld aantal leerlingen heeft plaate overeenkomstig artikel 28 der L.O.wet (het gemiddelde n.l. van 3 vettelijke teldata).Aan de hand hiervan telde de openbare lagere school te "tiens in 1945s 232 en die te Britsum 28 2/3 of samen 3&0 2/3. AAN Raa.d «t-

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1946 | | pagina 23