364. Jaarwedden en vergoedingen van het personeel van Maatschap-
pelijk Hulpbetoon.
Deze post wordt met f 30.- verhoogd in verband met de toegeken-
de rijwielvergoeding aan de tijdelijke kracht op het bureau van
Maatschappelijk Hulpbetoon.
Voor dekkirg der verschillende meerdere uitgaven worden de navol-
gende posten der inkomsten verhoogd, t.w.
61. Vergoeding van particulieren voor aansluiting met een dam of
een vonder aan gemeentegrond en aansluiting op gemeenteriolen met
f 300.-.
129. Opbrengst van de heffing ener belasting op vermakelijkheden
met f 500.-, terwijl de post
393 Onvoorziene uitgaven met f 21,50 wordt verlaagd.
Daarna wordt de begroting met het daarbij behorende wijzigings-
besluit, dienst 1948, no. 1, zonder hoofdelijke stemming vastgestelcj
met de volgen^ balansen:
Gewone dienst; Inkomsten f 556.040,93
Uitgaven 11 556.040,93
Saldo nihil
KapitaaldienstKapitaalsuitgaven f 503.090,20
Kapitaalsinkomsten 444.131,45
Nadelig slot f 58.958,75
15. Vaststelllng van het te heffen procent van de belastbare op
brengst, bedoeld in artikel 3 der verordening op de heffing
ener wegbelasting.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt:
bijlage 17)
De heer S. de Vries wil bij dit punt nog eens wijzen op de slech-
te toestand der wégen; vooral de Oudlandswegen zijn zeer slecht.
't Is wel een klacht, die tôt vervelens toe herhaald wordt, aldus
spreker, doch de wegbelasting moet hoofdzakelijk komen van de lan-
derijen, die op de wegen belenden; men heeft daarom, naar zijn me-
ning, wel recht op een behoorlijke weg.
De Voorzitter wijst er op, dat de heer S. de Vries hierover had
behoren te spreken bij de betrokken post.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen
terwijl vastgesteld wordt het volgende besluit:bijlage 18)
16. Vaststelling ener verordening op de heffing van opcenten op de
hoofdsom der personele belasting.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders is van de volgende
inhouds (bijlage 19)
Het wordt zonder diecussie en hoofdelijke stemming aangenomen en
vastgesteld wordt het navolgt.nde besluit: (bijlage 20)
17. Vaststelling van het bedrag als bedoeld in artikel 55 bis, le
lid der Lager Onderwijswet 1920, voor het jaar 1948.
Het toegezonden voorstel van Burgemeester en Wethouders luidt
als volgt (bijlage 21)