9 L
2.07.352.71
De Raad der gemeente Leeuwarderadcel
Gezien het voorstel van Burgemeester en v7ethouders d.d, 11
November 1948;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet
B e s 1 u i t;
ten laste van de gemeentc met de Rijksverzekeringsbank, gevestigd
te Amsterdam, een overeenkomst van geldlenlng aan te gaan, tegen
de navolgende voorwaardenî
A. De Rijksverzekeringsbankhierna te noemen "geldgeefster",
zal aan de geipeonte Leeuwarderadcel, hierna te noemen "geldneem-
sterter loon verstrekken en deze zal bij geldgeefster ter leen
opnciiien ccn som, voorlopig begroot op zevcn en negentig duizend
guidon (f 97000,-), tegen de koers van 100 procent, onder bepaling,
dat, op grond van het pcrcentage der bedongen rente en de duur
der lening het opgenomen bcdrag zal worden teruggegeven.
heg te lenen bcdrag zal door geldncemstcr worden opgenomen
in 2 tormijnen, waarvan een termijn ten bedrage van f 30124,
zal dienon too aflossing van voorschotten, welke geldneemster
van de Staat der Rederlanden hc-eft ontvangon,
uitbetaling zal telkenmale, nadat geldneemster tenminste
1 dagen tevoren aan geldgeefster schriftelijk heeft kennis gege-
ven van de datum, waarop en het bcdrag dat zal worden opgenomen,
geschieden door overschrijving bij de hoofdbank van De i\Tederland-
se Bank, ten gunste en op naam van geldneemster tegen afgifto
door de geldneemster ten hoofdkantore van geldgeefster van een
schulbokenteniswaarin verwezen vrordt naar deze akte en vermel-
dende als datum van ondertekening, de dag van uitbetaling, voor
zover deze lening niet strekt tôt aflossing van door de Staat
dur lie de rlanden aan geldneemster vcrlecnde woningwe tvoorschotten.
îlet gedeelte der lening, dat dient tôt aflossing van boven-
bcdocldc voorschotten, zal met dit dool door de geldgeefster ten
behoeve de geldneemster rochtstroeks worden gestort in 's
Rijks schatkist, nadat geldgeefst.r hiervoor van geldneemster
ccn schulbokentenis als bovc-nbedoeld zal hebben ontvangen.
B. De lening zal onderworpen zijn aan de volgende
B._e, _p_. a__ 1 i n g en.
Artikel 1.
Geldneemster zal van het onafgeloste gedeelte van het bedrag
der lening betalen een tegen 3f- procent por jaar te berekenen
lente. Deze rente zal worden voldaan op 15 Januari en 15 Juli
van elle jaar, voor het eerst op 15 Juli 1949.
De vooi het eerst te betalen rente zal worden berekend over
het tijdvak, aanvangende op de dag van uitbetaling en lopende
tôt laatstgenoemde vervaldag.
Bij de berokening van de rente zal elke maand op dertig dagen
en olk jaar op driehonderdzestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Het bedrag der lening zal worden afgolost in 50 jaarlijkse
termijnen, welke bij een aanvullende overeenkomst nader zullen
worden vastgesteld, Zij zullen alsdan worden gelijkgcstold aan
de succcssievelijk vervallende aflossingsbestanddelen van de,met
inachtneming van het ronteporcentage en de looptijd dezer le
ning, uitgewerkte annuiteit, afgerond op veelvouden van tien
gulden.
De