-2- 3. Ben éénhoevig dier,ai een rund, geboren in het voorjaar, wor- den voor de toepassing van dit artikel geacht op 1 Januari, vol- gende op het jaar hunner geboorte, hun tweede levensjaar in te gaan. 4, Van slachtdieren., welke geheel voor de consumptie worden af- gekeurd, wordt het keurloon teruggegeven. Artikel 3. Het recht is verschuldigd door hem, die het vee of vlees ter keuring of ter onderzoek aanbiedt. Artikel 4. De bêlastingplichtige moet het bewijs van betaald recht te allen tijde op eerste aanvraag vertonen aan de ambtenaren van de gemeentelijke keuringsdienst van vee en vlees, die van de gemeen- belastingen en van de politie. Artikel 5. De betaling van het keurloon geschiedtbij vooruitbetaling, door aankoopvan keuringsbonnen, aan de gemeente-ontvangeri voor de inning van invoerkeurloon kunnen Burgemeester en Wethouders een ambtenaar aanwijzen, die tegen afgifte van een bewijs van ontvangst, de rechten int en die de terzake ontvangen gelden maandelijks voor de 10e van de volgende maand bij de gemeente - ontvanger stort, onder overlegging van een specificatie Artikel 6. Bij de aanbieding ter keuring wordt de keuringsbon door de keuringsambtenaar ingenomen, die op de achterzijde van de bon melding maakt van de dag der keuring en de naam van hem van wie de bon is ingenomen. Deze ingenomen bonnen worden eens per maand door de keuringsveearts, hoofd van dienst, ter secretarie inge- leverd. Artikel 7. Onverminderd het bepaalde in artikel 306 der Gemeentewet wordt niet- of niet behoorlijke vervulling van formaliteiten welke in deze verordening worden gevorderd, gestraft met hech- tenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van ten hoogste vijftig gulden. Artikel 8, Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die, waarop de geodkeuring ter kennis van het gemeentebestuur is ge- komen. Vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 1950. ,Yoorzitter. Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1950 | | pagina 53