4. Ddaldus verhoogde bezoldiging wordt voor de toepassing van
dé volgende periodieke verhogingen beschouwd al s verkregen
door regelmatige periodieke verhogingen na de daarvoor ge-
vorderde diensttijd.
5. Verhogingen wegensdiensttijd gaan in op de eerste dag der
maand, waarin het recht op verhoging ontstond.
Artikel 5.
1. Onder de bezoldiging van de ambtenaren ter secretarie ge-
noemd in bijlage A boven de rang van adjunct-commies 2 klas—
se en die genoemd in bijlage B, behorende bij deze verorde-
ning is E 100,begrepen voor het bezit van het diploma ge-
meenteadministratie I.
2. De bezoldiging van de ambtenaar, die het in het eerste lid
genoemde diploma niet bezit, wordt met E 100, verminderd.
3. De diplomatoelage gaat in op de eerste.van de maand volgende
op die waarin het diploma wordt behaald.
Artikel 6.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, genieten de ambtena
ren ter secretarie boven de bezoldiging in de bijlagen A en
B, behorende bij deze verordening, voor het bezit van na te
noemen diploma's een jaarlijkse vergoeding vans
a. E 100,voor het bezit van het diploma gemeente-adminis-
tratie IIi
b. E 100,-- voor het bezit van het diploma gemeente-finan-
ciëns
c. E 50^voor het bezit van het diploma bevolkingsboek-
houding;
d. E 50,voor het bezit van het diploma archiefverzorging»
2. Het totaal van de aan dezelfde ambtenaar toe te kennen diplo-
mavergoedingen voor het bezit van de in dit artikel genoemde
diploma's mag nimmer meer bedragen dan E. 200,
3. Een ambtenaar bij de dienst voor Sociale Zaken ontvangt bo-
vojn zijn bezoldiging E.75,voor het bezit van het diploma
Maatschappelijk werker.
4. Het derde lid van artikel 5 is van toepassing.
Artikel 7.
1. De ambtenaar, aan wie de verplichting wordt opgelegd zijn
rijwiel ter beschikking van de dienst te stellen, ontvangt
deswege een tijdelijke toelage, die telken jare bij de vast-
stelling der gemeentebegroting wordt bepaald.
2. Deze toelage kan, al naar mate het rijwiel normaal dan wel
intensief wordt gebruikt, verschillend zijn. Burgemeester
en Wethouders beoordelen of het gebruik normaal dan wel in
tensief is.
Artikel 8.
Boven en behalve hun wedde genieten de ambtenaren een tijde
lijke toelage voor kinderen overeenkomstig de bepalingen, welke
te dien aanzien voor de burgerlijke rijksambtenaren zijn of
worden vastgesteld.