JZ
-2.07.351.33 H u i z u m, 9 Maart 1950.
Onderwerps
Jagen boven
gemeentewateren.
Bij raadsbesluit van 28 September 1933 werden wij gemach-
tigd vergunningen af te geven voor het jagen boven gemeentewa
teren en wel boven dezelfde als waarvoor wij consenten afgaven
voor het vissen in die wateren.
Wij hebben thans een verzoek ontvangen van bestuursleden
van verenigingen voor dorpsbelangen en van vogeiwachten om geen
vergunningen meer uit te reiken voor het jagen boven de Dokku-
mer Ee.
Adressanten wijzen er op, dat bet scbeepvaartverkeer langa
de Dokkumer Ee de laatate jaren zeer is afgenomen en dat zich
flinke rietwallen zijn gaan vormen, v/aardoor hier^n de zomer-
maanden ateeds veel eenden worden aangetroffen, die door de om-
wonenden ala z.g.n. dorpaeenden worden beschouwd en dan ook niet
wild zijn.
Vanuit motorbootjes e.d. kunnen de jagers - die veel al
niet afkomatig zijn uit deze gemeente - in enkele dagen na de
opening van de jacbt een rigoreuse. opruiming onder de eenden
bouden, zeer tôt ergernis van de omwonenden.
Daarbij komt, dat vele dieren worden gedood, die nog onvol-
waaaen zijn, als de jacbt wordt geopend. Het boofdbestuur van
de bond van Eriese Vogeiwachten beklaagt zich er tenminste over,
dat de jacht op de Dokkumer Ee in vele gevallen zeer onsportief
wordt uitgeoefend.
Wij ataan sympathiek tegenover het streven van de adresse-
ronde verenigingen. Het zal echter alleen effect kunnen hebben,
indien ook de gemeente Tietjerksteradeel een soortgelijke maat-
regel neemt. Zoals U bekend zal zijn ligt de grens tussen beide
gemeenten. grotendeels door de Dokkumer Ee.
Wij zijn voornomens bij wijze van proef voor de jaren 1950
tat en mot 195"2 de Dokkumer Ee te schrappen op de vergunningen
voor het jagen boven gemeentewateren.
Gelet op het raadsbesluit van September 1933 verzoeken wij
ons te machtigen dergelijke maatrcgelen te nemen.
Burgemeester on Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de R a ad.