-2- door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting ingestelde administratie te worden overgesohreven ten najae van de Bouwkas, De jaarlijlcse bijdrage, bedoeld in hoofdstùk II van de F.W. 1948, welke in vorband raet deze overschrijving aan de Bouwkas wordt uitgekeerd, wordt door deze voor zoveel nodig aangewend ter vol- doening, naine ne de bouwspaardervan de rente, verschuldigd voor de geldlening, welke onder verband van eerste hypotheek is ver- strekt en waarvan de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze rente heeft gegarandeerd, zullende derhalve zowel de bouw spaarder als de gemeente voor betaling van deze rente gekweten zijn, als de uitbetaling der bijdrage aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel jaarlijks ten hoogste tôt het bedrag der uitbetaal- de bijdrage, zulks met dien verntande, dat de jaarlijkse bijdra ge in de eerste plaats wordt aangewend voor voldoening van de rente der geldlening groot maximaal f. 8405.- en voor het even- tueel resterende gedeelte voor de rente van de geldlening, groot maximaal f2300- j b) de uitkering ineens, bedoeld in artikel 14 der F.W. 1948, welke in verband met deze oversohrijving aan de Bouwkas wordt uitge keerd, wordt door deze, voor zoveel nodig, aangewend ter (c.q. gedeeltelijke) aflossing namens de bouwspaarder van het bedrag der geldleningen, waarvoor de gemeente de tijdige betaling onder meer van deze aflossing heeft gegarandeerd., zullende derhalve zo wel de bouwspaarder als de gemeente voor betaling van deze aflos sing gekweten zijn, als de betaling der uitkering ineens aan de Bouwkas heeft plaats gehad, en wel ten hoogste tôt het bedrag de- zer uitkering, zulks met dien verstande, dat de uitkering ineens in de eerste plaats wordt aangewend ter aflossing van de geld lening, groot maximaal f. 8405, en voor het eventueel resterende gedeelte voor de aflossing van de lening, groot maximaal f. 2300.-5 o) wanneer bij nadere besohikking van de Minister, om welke reden dan ook, het onrendabele deel der bouwkosten op een lager bedrag dan f. 6625,- wordt vastgesteld, zal de bouwspaarder verplicht zijn op het daardoor toegenomen bedrag der rendabele kosten af te lossen op dezelfde voorwaarden als op het oorspronkelijke bedrag der rendabele kosten en binnen de dan nog resterende tijd van de voor aflossing van het oorspronkelijke bedrag der rendabele kos ten bepaalde période5 d) de Bouwkas heeft zorg te dragen, dat het pand, waarvoor de te ga- randeren geldlening wordt aangegaan, tijdens de duur van de over- eenkomst zodanig tegen brandsohade is en blijft verzekerd, dat herstel of wederopbouw volkomen door do verzekeringsmaatschappij moet kunnen worden voldaan. Zolang de gemeente garant is, heeft de Bouwkas zorg te dragen, dat in geval van brand het pand her- steld of herbouwd wordt, Bij de verzekering moet het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel gemaakt worden; e) indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar ver- pli ohtingen als borg heeft voldaan en derhalve in de rechten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsûan de bevoegdheid om desgewenst tôt exeoutie van het onderpand over te gaan, onder gehoudenhemd van de gemeente om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats te voldoen de bedragen wegens hoofdsom en kosten, welke de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van de bavenomsohreven hypothécaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te vorderen en zo deze opbrengst niet toerei- kend rnooht zijn, het ontbrekende voor zover de gegeven gerantie haar daartoe verplicht tegelijkertijd aan de Bouwkas te voldoen; f) de gemeente doet af stand van het recht van uitwinning door de wet - aan -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1950 | | pagina 63