- 3 - Bij de verzekering moet het beding, bedoeld in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel, worden gemaaktj e) indien de gemeente op grond van deze overeenkomst aan haar verplichtingen als borg heeft voldaan en derhalve in de rech- ten der Bouwkas is getreden, verleent de Bouwkas haar nu voor alsdan de bevoegdheid om desgewenst tôt executie van het on- derpand over te gaan, onder gehoudenheid van de gemeente om uit de opbrengst van het onderpand in de eerste plaats te vol- doen de bedragen wegens hoofdsom en kosten, welke de Bouwkas ten tijde van de executie terzake van de bovenomschreven hypo thécaire geldleningen van de bouwspaarder heeft te vorderen en zo deze opbrengst niet toereikend mocht zijn, het ontbrekende voor zover de gegeven garantie haar daaftoe verplicht tege- lijkertijd aan de Bouwkas te voldoenj f) de gemeente doet afstand van het recht van uitwinning door de wet aan borgen toegekend, alsmede van de in artikel 1887 van het Burgerlijk Wetboek aan borgen verleende bevoegdheid? g) wanneer de Bouwkas, om welkre reden dan ook, hogere leningen mocht verschaffen dan de hierboven als maximaal aangegeven be dragen, zal de garantie van de gemeente beperkt blijven tôt de hierboven als maximaal aangegeven bedragen. De eerste aflossingen die de bouwspaarder doet zullen mogen worden aangewend voor aflossing van dat deel, waarvoor de ge meente de betaling van rente en aflossing niet heeft gegaran- deerd. B, Aan de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting te verzoe- ken tôt deelneming van het Rijk in een eventueel uit de garan tie van de onder A sub 1 van dit besluit genoemde geldlening ontstaan verlies tôt het ingevolge artikel 27, lid 2, der Dinan- cieringsregeling Woningbouw 1948 hoogst toegelaten bedrag. Vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare vergade- ring van 1950. ,Voorzitter. Se cre taris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1950 | | pagina 71