- 4 - Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d. d. 3 Au- gustus j .1.5 B e s 1 u i t aan J. Zuidema, voornoemd, overeenkomstig zijn verzoek, met ingafcg van 1 Januari 1951 eervol ontslag te verlenen als Se cre taris dezer gemeente 7. Opnieuw vaststelling der verordening op de heffing van opcen- ten op de hoofdsom der grondbelasting. Het be trekkelijke voorstel van Burgemeester en Wethouders is van de volgende inhoud (bijl. 4)Het wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomenterwijl het volgende besluit wordt vastgesteld (bijl. 5). 8. Opnieuw vaststelling van een besluit tôt wijziging der veror dening op de heffing en invordering van een hondenbelaffting. Burgemeester en Wethouders hebben hieromtrent het volgende voorstel aan de leden doen toekomen (bijl. 6). De heer Bouma informeert naar de in het voorstel genoemde be- dragen? de Voorzitter lioht apreker daarover in. Daarna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange- nomen en het volgende besluit vastgesteld (bijl. 7). 9. Opnieuw vaststelling van het besluit, waarbij de wegbelasting van toepassing is verklaard op het bij de grenswijziging overge- gane gebied van de gemeente Tietjerksteradeel. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt (bijl. 8). Het wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen, terwijl het navolgende besluit wordt vastgesteld. (bijl. 9). 10. Alsvoren van andere belastingverordeningen. Het hieromtrent aan de leden toegezonden voorstel van Burge meester en Wethouders'luidt als volgt (bijl. 10). Het wordt zonder disoussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen, terwijl het volgende besluit wordt vastgesteld (bijl. 11). 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van het règlement op de gemeentelijke instelling vaor Maatschappelijk Hulpbe toon. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijl. 12)i het wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen en het volgende besluit wordt vastgesteld (bijl. 13). 12. Verzoek van A. Visser te Stiens om een vergoeding als bedoeld in artikel 13 der Lager Onderwijswet 1920, met voorstel van Burge meester en Wethouders. Dit voorstel luidt als volgt (bijl. 14). De heer Hoekstra vraagt of de mogelijkheid niet bestaat dat aan verzoeker het voile pond wordt toegekend en niet 50 De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders rekening hebben gehouden met het feit, dat er veel ziekte in het huisgezin van Visser voorkomts was dit niet zo geweest, dan kwam hij h.i. niet voor een vergoeding in aanmerking.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1950 | | pagina 7