- 3
vaartuigen, per m^
a. voor een week
b. voor een maand
c. voor een jaar
f. 0,10
f. C20
f. 1,50
Artikel 3
1. Voor toepassing van de in artikel 2 opgenomen tarieven gelden
de volgende bepalingen.
2. Onder jaar wordt verstaan 365 dagen. Onder maand wordt ver-
staan 30 dagen. Onder week wordt verstaan 7 dagen. Onder dag wordt
verstaan een etmaal.
3. De belasting wordt berekend per dag, week of maand, indien
vergunning met tij dsbepaling is verleend voor korter dan een jaar.
In andere gevallen wordt de belasting berekend per jaar.
4. Onderdelen van eenheden van tijd en afmeting worden voor een
geheel berekend.
5. Bij het plaatsen op gomsentegrondvan voorwerpen,, van welke
aard ook, wordt de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te
zijn ingenomen.
6. Bij het uitspreiden, uithangen of uitstallen boven gemeente-
grond of gemeentewatervan voorwerpen van welke aard O'Ok, wordt
de ruimte tussen deze voorwerpen mede geacht te zijn ingenomen.
1. De belasting Wordt geheven van hem, die de vereiste vergunning
heeft verkregen, of van de opvolger in die vergunning.
2. Indien het gebruik of genot zonder vergunning plaats heeft of
de werken, inrichtingen of voorwerpen zonder vergunning zijn aan»
gebracht, wordt de belasting gehevenj
a. van hem, die het gebruik of genot heeft van de gemeentegrond
of het gemeentewater, of door wie of op wiens last die grond of
dat water in gebruik is genomen^
b. van hem, die werken, inrichtingen of voorwerpen heeft op, on
der of boven de gemeentegrond of het gemeentewater of door wie of
op wiens last werken, inrichtingen of voorwerpen op, onder of bo
ven die grond of dat water zijn aangebracht.
G-een belasting volgens deze verordening wordt geheven voors
1°. het gebruik of genot van openbare gemeentegrond of openbaar
gemeentewater door de gemeente en het hebben op, onder of boven
die grond of dat water van voorwerpen, welke aan de gemeente in
eigendom toebehoren?
2°. het hebben onder openbare gemeentegrond of openbaar gemeente
water van buizen, kabels of draden, welke rechtstreeks aansluiten
aan buizen, kabels of draden van de gemeente, onverminderd eohter
het bepaalde in artikel 2, onder G|
3°. het hebben op openbare gemeentegrond van wegwijzers- of soort-
gelijke voorwerpen van de Koninklijke Nederlandsche Toeristenbond
A.N.W.B. en van daarmede op een lijn te stellen lichamen^ van
brievenbussentelefoonoellen en dergelijke ten dienste van het
staatsbedrijf van de posterijen, telegrafie en telefonie,
4°. het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond of open
baar gemeentewater van voorwerpen, welke daar ingevolge wettelijk
voorschrift kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift
bepaalde vergoeding moston worden gedoogdj
Artikel 4
Artikel 5.
5°. het -