4 -
5°. îlet gebruik van gemeentegrond of gemeentewate r, of het hebbe:.
van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond of gemeentewaua^
waarvoor uit anderen hoofde betaling aan de gemeente moet ge~
s chieden^
6°. lie t hebben van rails op of in openbare gemeentegrond voor
openbare middelen van vervoer.
Artikel 6.
1. Ontheffing van belasting vindt çlaats, indien de vergunning
buiten de wil van belanghebbende vôor het verstrijken van de ter-
mi jn, waarvoor de belasting is verschuldigdwordt ingetrckken en
de intrekking niet plaats heeft als gevolg van niet-nakomen der
gestelde voorwaarden.
2. De ontheffing geschiedt naar evenredigheidvan de nog niet
aangebroken dagen, weken of maanden van het tijdvak, waarvoor de
belasting is verschuldigd, en alleen ingeval de aanvraag om 01^t-
heffing binnen drie maanden na het ophouden van het gebruik of ge-
not bij de Gemeenteraad is ingediend.
Àrtikel 7.
1. Indien blijkt, dat ten onrechte geen of dat te weinig belas
ting is opgelegd, wordt de niet of te weinig opgelegde belasting
van de belastingplichtige of van zijn erfgenamen nagevorderd, zo-
lang niet sedert de dag, waarop de betaling had. moeten geschieden,
drie jaren zijn verstreken.
2. Indien is gebleken, dat het niet-heffen van belasting of het
opleggen van een te lage belasting het gevolg is van het^ nie u-Ox
niet behoorlijk voldoen aan de verplichting bedoeld in het vol-
gend artikel, wordt het na te vorderen bedrag met het viervoud
daarvan verhoogd, tensij op grond van dw&ling, verschoonbaar ver-
suim of niet aan de bêlastingplichtige te wijten oorzaken redenen
aanwezig zijn,, om deze verhoging niet toe te passen.
Artikel 8.
1. Tôt richtige heffing der belasting kunnen aan hen, die ver-
moed worden belastingplichtige te zijn5 formulieren worden aange-
boden, bestemd tôt het verstrekken van inlichtingen. Hetmodel van
deze formulieren wordt vastgesteld door Burgemeester en 1 ethouders.
2. De dag der uitreiking wordt op het formulier vermeld.
3. leder, wien een formulier is uitgereikt, is verplicht dir dui-
delijk, volledig en naar waarheid in te vullen, het te onderteke-
nen en het binnen veertien dagen na de dagtekening der uitreiking
ter gemeente-secretarie terug te besorgen.
4. leder, wien een formulier is uitgereikt, is voorts gehouden
aan Burgemeester en Wethouders op hun aanvraag mondeling of schrif-
telijk die nadere inlichtingen te verstrekken, welke zij voor de
bepaling van het bedrag der belasting nodig oordelen.
Artikel 9.
De inning van precariorechten geschiedt door de gemeente-ont-
vanger, die voor elke aan hem gedane betaling een kwitantie af-
geeft
Artikel 10.
De voldoening der pre cari ore chten moet geschieden bij het uii-
reiken der vergunning, tenzij) deze reeds eerder is uitgereikt of
geen vergunning wordt uitgereikt, in welk geval de voldoening moet
geschieden binnen 14 d.agen nadat het verschuldigde bedrag aar de
belastingplichtige is medegedeeld.
- Artikel 11 -
I I