Voorzitter zegt in zijn weder-antwoord hierop, dat toen hij de laatste raaal met de Commissaris der Eoningin hierover heeft gesprolten - de défini tieve grenswi j zigingsregeling wijkt in dit opzicht af van het concept - hij dezen verzocht heeft hem een garantie te gewen op wiens kosten de stichting van een nieuw gemeentehuis moest geschieden. De Commissaris antwoordde hierop, dat het hem billijk voorkwam, dat dit op.' kosten van Leeuwarden moest geheuren. Spreker meent, dat het goed is, dat de raadsle- den dat weten. Hierna wordt overgegaan tôt de artikelsgewijze behandeling van de begroting. Volgna>s. 105 en 107. Iluren en pachten. De heer S. de Vries is verwonderd over het antvmord van Bur- gerneester en Wethouders. Deze hebben zich volgens spreker wel wat op te formalistisch standpunt gesteld. In de sectievergade- ring heeft hij kennelijk de woningwetwcningen bedoeld. Nu mag het formeel waar zijn, dat deze woningen niet aan de gemeente behoren, maar wij betalen f. 22200.- aan bijdragen in exploita- tietekorten voor de na de oorlog gebouwde woningen en storten bovendien nog f. 1479,- in het reservefonds. De gemeente draagt dit tekort. Spreker heeft er principiële bezwaren tegen, dat de macht zich in bepaalde instanties concentreert. Er zijn nu een- maal monopolistische bedrijven, zoals gas- en electriciteitsbe- drijven en de reinigingsdienst. Hier bestaat vaak een noodzaak om !t in één hand te hebben. Maar een beangstigend probleem, zo niet het ergste, is het tekort aan woningen. En hoe komt men aan woningen? Als men centen heeft. Er zijn materialen, er is een voldoend aantal werkkrachten beschikbaar, maar er is een tekort aan geld. In de grote plaatsen doet men een beroep op de inwo- ners. Zal men woningen kunnen bouwen, dan moet men van de burge- rij lenen, Deze manier van dœn is spreker niet sympathiek. Hij wil bestaande woningen verkopen om nieuwe te kunnen bouwen en verwacht wel succès als men dit zou trachten te doen. Over het antwoord van Burgemeester en Wethouders heeft spreker zich ten zeerste verwonderd. Een kwestie, die hiermede nauw in verband staat, heeft spreker ook aangeroerd in de seotievergadering. Dat is het bouwterrein te Stiens, dat aangekocht is voor ruim f, 80000.-. De huuropbrengst is f. 1261.-5 dat wordt zo ongeveer Nu is dit niet zo heel erg, omdat 't voor tijdelijk is, maar spreker zou er op willen aandringen, zo mogelijk, te probe- ren hiervan bouwterrein beschikbaar te stellen. De Voorzitter antwoordt, dat er volgens hem wel wat voor de suggestie" van de heer de Vries te zeggen is, doch een vraag is, of het practisch uitvoerbaar zou zijn. Spreker ziet niet een groot bezwaar in het aan de Woningstichting toekcmende monopolia om huizen te bouwen. Zij heeft nooit geweigerd ,als een beroep op haar werd gedaan. Van particulière zijde kon niet verzekerd worden, dat er gebouwd zou worden, althams niet in die mate. Men zou een modus moeten vinden, of de gemeente 't dan niet wil doen. Ook dan zou een beroep op de inwoners gedaan moeten worden. Het is sprekers bedoeling er eens met het bestuur van de Stichting over te praten om de oudste woningen van de hand te doen, doch hij weet niet hoe het bestuur daaronder staat. De Stichting blijft als autonoom lich&am baas op eigen terrein. Wij hebben steeds aile medewerking ondervonden, aldus spreker, maar wij kunnen geen verplichtingen opleggen. Toen in Stiens een School- arts kwam, hebben wij getracht een woning te laten bouwen door de Woningsti chting. Dit is afgestuit op de hoge huur, die betaald zou moeten worden. - Wethouder -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 7