- 6 -
10. Voorstel van Burgemeester en Wath.ou.ders tôt het van toepas-
sing verklaren van de Interirnregeling Ziektekoaten Ambtenaren
1951 op het geraaenteperaoneel
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 11).
De hear Tolsma vraagt of de verordening, die de Raad het vo-
rig jaar gemaakt heeft niet uitgevoerd wordt.
De heer Zondervan merkt hierbij op, dat in dat besluit de
grens gesteld is, die de Ziektewet noemt en vraagt waarom thans
daarvan wordt afgeweken.
De Voorzi tter antwoordt hierop, dat de voorgestelde regeling
een nieuwe is ter vervanging van die van 4 Juni 1951. Door de
besturen van de personeelsbonden is destijds al bezwaar gemaakt
tegen het stellen van een grens, Burgemeester en Wethouders me-
nen, dat de verhouding tussen de materiële positie van de rijks--
en gemeenteambtenaren zodanig is geworden, dat er aile reden is,
tarppziohte van de ziektekoaten, de rijksregeling van gelijke
toepassing te verklaren op het gemeentepersoneel
De heer Zondervan denkt, dat de regeling er gekomen is om de
hogere ambtenaren tegemoet te komen, Spreker vindt de regeling,
die de gemeente gemaakt had, veel beter.
De Voorzitter merkt naar aanleiding hiervan op, dat destijds
al gezegd is, dat de regeling een tijdelijke was. Deze zou voor
1952 verlengd moeten worden. Onderwijl komt de Interirnregeling
1951 uit en wordt door de Minister geadviseerd, deze ook toe te
passen op het personeel in dienst der gemeente
De heer Zondervan blijft van mening, dat de bestaande rege
ling beter is. Vij behoeven niet steeds te doen wat ze in Den
Haag voorschrijven, aldus spreker en bovendien voelt hij er niet
voor om mensen, die zo'n tien duizend gulden verdienen, ook nog
ziektekosten te vergoeden.
De Voorzitter zegt, dat anders een splitsing zou worden ge
maakt, die scheef komt te liggen. Burgemeester en Wethouders
zijn tôt hun voorstel gekomen, omdat een soortgelijke regeling
wel zal gelden voor de Burgemeester, de Secretaris en de Ont-
vanger.
Na gehouden stemming wordt het voorstel aangenomen met 10
stemmen voor en 1 tegen, die van de heer Zondervan en wordt het
navolgende besluit vastgesteld (bijlage 12).
11, Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
het Ambtenarenreglement.
Het voorstel luidt als volgt bijlage 13.
De heer Tolsma verklaart wel voor het voorstel te willen
stemmen, doch heeft zichzelf de vraag gesteld of een dusdanige
regeling hier nu wel nodig is. Als de mensen illegaal doen wat
hun rechtens verboden is wordt het veel erger.
De Voorzitter zegt, dat dit ook in de vergadering van het
oollege van Burgemeester en Wethouders ter sprake is gekomen.
Het sterkste mo-tief acht spreker, dat als er mensen zijn
waarvan wij weten, dat zij tôt genoemde categoriën behoren, er
tegen hen kan worden opgetreden.
De heer Dijkstra is het met de vorige sprekers eens. De prac-
tische waarde van de regeling ligt niet in de eerste plaats in
de verbodsbepaling, doch in de daadwerkelijke toepassing.