- 2 -
1. Installatie Tan het nieuw benoemde lid van de Raad, mevr.
B. Wiersma-Bergstra.
£>e Voorzitter zegt, dat in de vorige vergadering de geloofs-
brief onderzocht en in orde bevonden is en dat thans, in aan-
sluiting daarop de eedsaflegging moet plaats hebben.
Spreker richt zich daarop met enkele woorden tôt mevr» Wiers-
ma, waarin M j laat uitkomen, dat liet raadslidmaatschap voor
haar niet iets nieuws is, daar zij van 1946 tôt 1950 lid van de
raad dezer gemeente is geweest. Spreker vindt het dan ook on-
nodig te zeggen,. dat het lid zijn van de raad plichten mee-
brengt. Hij spreekt de wens uit, dat gedurende deze zittings-
periode mevr. Wiersma datgene zal doen, wat het belang der ge
meente van haar eist.
Mevr. V/iersma legt daarna de bij artikel 45 der gemeentewet
voorge schreven eden af.
Voorzitter hoopt, dat zij zelf de groot.gte voldoening
van het lidmaatschap zal hebben en feliciteert mevr. Wiersma
met haar toelating.
2hotulen
Mevr, Deelstra maakt de opmerking dat niet de heer Tolsma,
doch zij rapport heeft uitgebracht omtrent het onderzoek van de
geloofsbrief van mevr. Wiersma.
ha rectificatie van deze vergissing worden de notulen der
vergadering van 20 December 1951 vastgesteld.
3. Ingekomen stukken, mededelingen enz.
De Voorzitter geeft lecture van de volgende ingekomen stuk-
kens
a. een schrijven van de Gedeputeerde Staten dezer provincie
d.d. 21 December 1951 ter begeleiding van het bij Koninklijk
besluit van 7 December 1951, no. 6, goedgekeurde raadsbesluit
van 31 October 1951 tôt heffing van opcenten op de hoofdsom
der personele belasting?
b. alsvoren d.d. 4 Februari 1952, waarbij toegezonden wordt het
bij Koninklijk besluit van 17 Januari 1952, no. 37, goedge
keurde raadsbesluit van 31 October 1951, tôt bepaling van het
heffingspercentage van de wegbelastingi
c. een resolutie van de Gedeputeerde Staten d.d. 21 Januari 1952
no. 163, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 20
Deoember 1951, tôt instandhouding van de openbare lagere
school te Britsum;
d. alsvoren d.d. 14 Januari 1952, no. 86, tôt goedkeuring van
de begrotingswijziging no. 8, dienst 19515
e. alsvoren van dezelfde datum, no. 85, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 20 December 1951, ter bepaling van
het maximum van het crediet in rekening-courant bij de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenteng
f. alsvoren d.d. 28 Januari 1952, no. 172, houdende goedkeuring
van het raadsbesluit van 20 December 1951, tôt het aangaan
van een geldlening met de O.B.A.S. van 1815s
g. een schrijven van de Gedeputeerde Staten d.d. 21 December
1951, 3e afdeling, no. 12, waarbij wordt medegedeeld, dat de
beslissing over de gemeentebegroting voor het dienstjaar 1952
is verdaagdj