Voor een definitieve regeling van de financiële verhouding
tussen Rijk en gemeenten is door de commissie Oud aan de rege
ring verslag uitgebracht, doch blijkens raededeling van de Mi-
nister van Binnenlandse Zaken heeft de regering zich over dit
rapport nog niet kunnen beraden.
Het staat inmiddels wel vast, dat bij de steeds toenemende
financiële lasten de me es te gemeenten een grotere rijksbij-
drage niet kunnen ontberen en het is te voorzien, dat na 1953
de gemeente Leauwarderadeel aanspraak zal moeten maken op een
belangrijk grotere bijzondere uitkering uit het gemeentefonds
Wij willen thans niet verder ingaan op de ze minder roos-
kleurige vooruitzichten, doch moeten er voor waarschuwen, dat
de ze wel eens tôt gevolg kunnen hebben, dat meerdere, zelfs
zeer noodzakelijkeuitgaven drastisch beperkt moeten worden.
Terugkerende tôt de beschouwing over het beeld, dat de be-
groting voor 1953 biedt, willen wij U erop wijzen, dat hierop
geen ramingen voorkomen voor het uitvoeren van nieuwe kapi-
taalswerken.
Van regeringswege is - zoals U bekend kan zijn - voorge-
schreven, dat de goedkeuring op het uitvoeren van kapitaals-
werken afhankelijk is van de mogelijkheid van het gemeente-
bestuur om door langlopende leningen deze werken te kunnen
f inancieren.
Wij willen U niet verhelen, dat deze maatregel met ons
door veel gemeencebestuurders wordt gevoeld als een remrnende
factor bij de uitvocring van hun taak.
Het is, zoals een bekend publicist het kortgeleden uit-
drukte s "De gemeentebesturen bestuurden hun schepen met de
"noodvlag in top. ."Départementale en Provinciale loodsen beïn-
"vloedden in belangrijke mate mede de koers van het schip met
"de noodvlag.
Deze politiek van de toezichthoudende organen, die - zoals
wij veilig kunnen aannemen - voortsproot uit de algemene fi
nanciële politiek van de vorige regering, heeft in vele ge-
vallen geleid tôt een oververzadiging van de kapitaalbehoefte
der gemeenten, waardoor het voorkomt, dat sommige gemeenten
zoveel liquide kasmiddelen hebben, dat zij kort geld tegen
een zeer lage rente aan andere gemeenten uitlenen van tegen
een rente van 4 4-ç gesloten langlopende leningen.
Als gevolg van bovenbedoelde regeringsmaatregelen is het
ons daarom niet mogelijk U een overzicht te geven van de
nieuwe kapitaal s werken, die in 1953 zullen worden uitgevoerd
- ongeacht het feit of op de gewone dienst der begroting dek-
king zou zijn voor de verzwaring van de rentelast en de af-
schrijving - Elk nieuw werk, zal het uitgevoerd kunnen worden
moet dus allereerst getoetst worden aan de financieringsmoge-
lijkheid. Daarna pas moeten de hiervoor in te stellen posten
bij afzonderlijke wijziging op de begroting worden gebracht.
De kapitaaldienst van de U thans aangeboden wordende be
groting laat U dan ook niets anders zien, dan hoofdstuksge-
wijze het restant van de nog niet afgeschreven kapitaalsui t-
gaven en daarnaast op hoofdstuk XIV het nog niet afgeloste
restant van de gesloten geldleningen, zomede de aflossingen,
die in 1953 op deze leningen gedaan moeten worden.
Ten bate van de gewone dienst worden gebracht de rentebe-
taling van de opgenomen geldleningen en de afschrijving op de
voor kapitaalswerken geinvesteerde bedragen.