Le heer Toisma meent in inwilliging van het verzoek van Jonkhof een gevaar te zien. Hij vreest dat meerdere aanvragen van gelijke strekking hiervan een gevolg zullen zijn. Wordt deze zaak daardoor niet het onderwerp van kruidenierspolitiek vraagt spreker. ,De Y°orzitter antwoordt hierop, dat bij een viszaak de moei- lijkheden toch anders liggen dan bij andere bedrijven. In de afgelopen maand zijn diverse bezwaren tegen de huidige regeling door de heer Jonkhof naar voren gebracht. Deze zijn gecontro- leerd en bleken wel met de feiten te kloppen. Voorts heeft de Vereniging voor Handel en Ambacht gunstig geadviseerd en spre- ker gelooft, dat geen vrees behoeft te bestaan voor meerdere afwijkende regelingen. De heer Tolsma wijst op concurrentie die er nu dreigt te ontstaan tussen slagers en de vishandel. Daar niemand stemming over het voorstel verlangt, wordt het geacht te zijn aangenomen en wordt het navolgende besluit vast- gesteld (bijlage 7). 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt definitieve yaststelling van bouw- en grondvoorschotten van 2x4 woningen (194 7) Het betrekkelijke voorstel luidt aldus; (bijlage 8). Het wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangeno men, waarna het besluit wordt vastgesteld, dat als bijlage 9 hierbij is gevoegd. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt definitieve yaststelling van bouw- en grondvoorschotten van 10 woningen (1948) en 6 woningen (1949). Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 10). monder bespreking of hoofdelijke stemming worden de volgen de besluiten vastgeateld. (bijlagen 11 en 12) 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing van reinigingsrechten. Het betrekkelijke voorstel luidt als volgt; bijlage 13. Het wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aangeno men en hierna wordt het besluit vastgesteld, dat als bijlage 14 aan deze notulen is toegevoegd. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing ener wegbelasting. Dit voorstel luidt aldus; (bijlage 15). De heer de Vries wijst op enkele onrechtvaardighedendie er volgens_ zijn mening in het heffen van deze belasting gele- gen zijn. Hij heeft daarbij het oog op de Jelsumer Oudlandsweg en op het Oudland onder Stiena. Dit zijn waterschapswegen zegt spreker, en het onderhoud hiervan v/ordt door de ingelan- den betaald. Maar bovendien moeten deze zelfde eigenaren nog wegbelasting aan de gemeente betalen. Spreker voelt dit als een onbillijkheid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1952 | | pagina 9