Het collège heeft zich hierover nader beraden en is tôt de slotsom gekomen, dat er wel enige verbeteringen moesten worden aangebracht, maar niet zo radicaal als de architect wilde. Spreker is het echter eens met de heer Tolsma, dat er nu dit jaar'maar eens een begin mee moet worden gemaakt. De heer Hoekstra wil het sterker zeggen. Hij wil het zo vlug mogelijk laten doen. Veel schilders zijn nu werkloos en de school is mooi droog, omdat er geregeld gestookt «wordt. De Voorzitter acht het niet mogelijk binnen een paar weken reeds te beginnen. Hij meent verder, dat het voorstel Tolsma aansluit aan de plannen van Burgemeester en Wethouders. Mevr. WiersTna en de heer Hoe ks tra onde r s te une n het voorstel Tolsma. De heer de Vries verklaart hiertegen te zullen stemmen, niet omdat hij tegen de verbetering is, maar hij acht de toezegging van Burgemeester en Wethouders belangrijk genoeg. Spreker vindt het voorstel Tolsma ongemotiveerd, terwijl Burgemeester en Wet houders al gezegd hebbens "Wij achten het ook urgent en komen met plannen". De Voorzi tter bevestigt, dat, wat het voorstel Tolsma behelst, ook weï~de gedachte van Burgemeester en Wethouders is. De heer Tolsma trekt daarna zijn voorstel in. Hierna schorst de Voorzjtter de vergadering en wordt een ogenblik gepauzeerd. Ha heropening wordt voortgegaan me t de artikelsgewijze be- handeling van de begroting. Hoofdstuk VIII, par. 13 en 14 Mevr. Wiersma is voldaan over de toezegging, die Burgemees ter en Wethouders doen inzake een gemeentelijk studiefonds. Zij zou de werking ervan ook willen zien uitgebreid tôt leerlingen van U.L.O. scholen, kweekscholen en zij die een inrichting van vakonderwijs bezoeken. De Voorzi tter zegt hierop, dat het hele terre in bezien zal worden met inachtneming van hetgeen het Rijk, de provincie en andere corporaties doen. Hoofdstuk VIII, oar. 16. De heer de Vries zegt, dat nà de lofrede van de heer Pc man en het genot van de thee hij met schroom met critiek komt. En toch voelt hij zich hiertoe gedrongen naar aanleiding van het antwoord, dat Burgemeester en Wethouders geven op de aanbe- veling van de meerderheid van de Commissie van Rapporteurs om aan de Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods Heilige Haam een subsidie te geven. Spreker stelt zich niet voor, dat zijn pogingen in deze enig resultaat zullen hebben, maar dat kan hem er niet van weerhouden. De motive ring n.l. in 't ant woord van Burgemeester en Wethouders valt geheel buiten het raam. Bij deze begroting komen verschillende punten naar voren, rakende de geestelijke gezondhe idszorg. Dat men voor de geeste- lijke gezondheidszorg wat wil doen staat dus vast. Zeker is er, waar het 't vloeken betreft, een taak voor geestelijken en op- voeders weggelegd, maar daar gaat 't hier niet om, aldus spreker. Het gaat hierom; Wij zijn een christelijke natie en hebben een christelijke zede op het gehele gebied van het leven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1952 | | pagina 17