- 9 -
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de
gemeentebegroting voor het dienstjaar 1953.
Ook het ontwerp van deze wijziging heeft voor de leden ter in-
zage gelegen. Het wordt zonder bespreking en hoofdelijke stemming
aangenomen en dienovereenkomstig wordt het bealuit tôt wijziging
van de begroting vaatgesteld.
Voorzitter voegt daarna aan de agenda toe punt;
14. Verzoe&en van Gerben Eeenstra en Evert van der Ploeg, beiden
wonende te Stiena om een tegeraoe tkoming uit de gemeentekas op
grond van artikel 13 der Lager Onderwijawet 1920.
De Voorzitter doet voorlezing van de door het hoofd van de ge-
meentelijke dienst voor Sociale Zaken uitgebrachte rapporten om-
trent de financiële en gezinsomstandigheden van adresaanten.
Namens Burgemeester en Wethouders stelt de Voorzitter voor
ten behoeve van beide leerlingen de abonnementskosten per auto
bus te vergoeden.
Zonder verdere bespreking verenigt de Raad zich hiermede en
zonder hoofdelijke stemming worden de navolgende besluiten vaat
gesteld (zie bijlagen 18 en 19).
Rondvraag
De heer Tolsma informeert naar de electriciteitsvoorziening in
de z.g.n. onrendabele gebieden en stelt de vraag of er aanvragen
vanparticulièren zijn ingekomen.
Voorzitter antwoordt bevestigend en voegt hieraan toe, dat
het thans van kracht zijnde raadsbesluit aan de aanvragers wordt
medegedeeld t.w. dat l/9 der kosten voor rekening van de gemeente
wordt genomen. Spreker hoopt in de volgende vergadering nadere
mededelingen hierover te kunnen doen.
De heer Hoekstra zou het op prijs stellen dat vaker de vergade-
ringen van de Raad op avond werden gehouden. Voorts vraagt spre
ker of het verplicht is in het gemeentehuis te vergaderen.
Met betrekking tôt het eerste punt merkt de Voorzitter op, dat
voor de één het vergaderen op middag bezwaren meebrengt en voor
de ander des avonds. Persoonlijk is spreker van oordeel, dat het
vergaderen op middag voorkeur verdient. Ten aanzien van het 2e
punt acht spreker toch het gemeentehuis de aangewezen plaats voor
het houden van raadsvergaderingen, zijnde "het huis der gemeente".
Vervolgens vestigt de heer Hoeks tra de aandacht op de stink-
sloot langs het Achterbosch.
1)6 Voorzitter zegt toe, dat hiernaar een onderzoek zal worden
ingesteld.
Tenslotte vraagt de heer Hoekstra of het bekend is dat de weg
langs het kerkhof "verwatert"Sedert deze weg vervloerd is ver-
keert zij geregeld in een overmatig vochtige toestand.
1)6 Voorzitter zegt hieromtrent een onderzoek toe.
De heer Hoekstra dringt op spoed aan. "Beter nog vandaag dan
morgen", al dus de heer Hoekstra.
De heer Tolsma meent, dat de oorzaak van het euvel hierin be-
staat, dat bij hevige regenbuien de vergaderbak het water van de
toren niet kan verwerken, waardoor een deel ervan over het kerk
hof en het trottoir op straat terecht komt.