- 2 -
3. Als rechtsvorm van het lichaam, dat de inrichting zal exploite-
ren, verkiest zij de "Stichting".
In het tôt U gericht adres wordt op deze 3 punten nader inge-
gaan.
Als plaats van vestiging vindt de commissie, na ingewonnen
advies van een 4 tal deskundigen, op grond van voor ons aanneme-
lijke redenen, Noordbergun in de gemeente Tie tjerksteradeel het
meest geschikt.
Met betrekking tôt de financiè'le kant van de zaak wordt opge-
merkt, dat met de stichting van een tehuis met een opname-capa-
citeit van 150 verpleegden een bedrag van f 1.700.000.-- gemoeid
zal zijn, waarvoor één of meer geldleningen zullen moeten worden
aangegaan. Van deze lening(en) dient rente en aflossing te wor
den gegarandeerd. De eigenlijke bouw- en inrichtingskosten wor
den begroot op f 1.410.000. Indien het Rijk de garantie van
3/7 hiervan op zich neemt, zullen provincie en deelnemende ge-
meenten plm. f 1.100.000.moeten garanderen. Daarbij is ge-
dacht aan een garantie van l/7 door de provincie, l/7 door Tiet-
jerksteradeel als gemeente van vestiging en 2/7 door de overige
deelnemende gemeenten, de laatsten elk in evenredigheid van het
zielental.
Uit de begroting blijkt, dat een sluitende exploitatie moge-
lijk is bij een verpleegpri j s van f 4,75 per dag uitgaande van
90 bezetting van het aantal beschikbare bedden (150).
Bij voile bezetting daalt de verpleegprijs tôt plm. f 4,25.
Zou de inrichting in de toekomst worden uitgebreid tôt een ca-
paciteit van 450 bedden, dan kan de verpleegprij s tôt plm.
f 3,90 per dag bij 90 bezetting en tôt f 3,40 bij 100 be
zetting dalen. In beide gevallen is gerekend met een rijksbij-
drage van plm. f 0,55 per verpleegdag.
Wij hebben getracht ons ervan te overtuigen of tengevolge
van een "onderbezetting" deze verpleegprijzen niet aanmerkelijk
verhoogd zouden moeten worden.
Dit blijkt niet het geval te zullen zijn, omdat de tarieven
door de Minister van Sociale Zorg moeten worden goedgekeurd.
Ook wordt een "onderbezetting" vrijwel denkbeeldig geacht,
omdat enquêtes hebben uitgewezen, dat er aan een inrichting als
de onderhavige grote behoefte bestaat, wat ook de mening is van
de Inspectie voor het Krankzinnigenwezen. Als bovendien het
tehuis als een "aangewezen inrichting" in de zin van artikel 39
vierde lid der Armenwet (v.g.l. art. 7 der «et tôt regeling van
het Staatstoezicht op Krankzinnigen) zal worden aangemerkt, kun-
nen de gemeentebesturen, welke verpleegden te hunnen laste doen
opnemen, aanspraak maken op een provinciale bijdrage van deel
der verpleegkosten.
Het financieel risico lijkt ons derhalve voor de gemeente
niet bijzonder groot, omdat dit tamelijk gespreid is, n.l. 3/7
voor het Rijk, 1/7 voor de provincie, l/7 voor Tietjerkstera
deel, en 2/7 voor de gezarnenlijke deelnemende gemeenten. Hoeveel
gemeenten al tôt deelneming besloten hebben, is ons niet bekend.
Uitgaande