["Bïilaqe nr. /rf 1
-1.842.93 notulen Raadi^7% J'31 H u i z u m, 16 Pebruari 1953.
Onderwerp s
Subsidie Militaire
Tehuizen.
Wij doen U hierbij toekomen een tweetal tôt U gerichte
verzoeken om subsidie resp. van de Nederlandse Militaire Bond
Pro Rege en de Centrale van Katholieke Militaire Tehuizen.
In beide adressen komt naar voren, dat het subsidie bedoeld is
als een bijdrage in de exploitatie van militaire tehuizen in de
verschillende garnizoensplaatsen. De uitbreiding van het aantal
kazernementen heeft de behoefte aan meer militaire tehuizen sterk
doen gevoelen en dit stelt de besturen van de adresserende organi-
saties voor grote moeilijkheden, zoals in de bij de verzoekschrif-
ten gevoegde toelichtingen onder Uw aandacht wordt gebracht. Daarom
wordt een beroep. gedaan op de gemeentebesturen teneinde door het
verlenen van financiële bijstand deze moe ili jkhe den te helpen over-
bruggen.
Indien het bestaan van militaire tehuizen een gemeentebelang zou
zijn, bracht dit de consequentie mee, dat aile richtingen gelijk
behandeld dienden te worden. Hier springt onmiddellijk de moeilijk-
heid in het oog als men bedenkt, dat uit deze gemeente met slechts
enkele R.K. gezinnen, zeer zelden een R.K. militair onder de wape-
nen zal zijn, die zijn vrije uren doorbrengt in een R.K. tehuis in
de garnizoensplaats waar hij gelegerd is. In zo'n geval kan dan
ook moeilijk van een gemee ntebe lang worden gesproken. Voor de meer
talrijke Prot. Christelijke groep der bevolking ligt dit meer voor
de hand, maar dan zou een eventueel subsidie moeten worden afgeme-
ten naar het aantal militairen van een bepaalde richting of geloofs-
overtuiging dat onder de wapenen is, teneinde de verschillende mili
taire tehuizen volgens dezelfde maatstaven te behandelen.
Ben beoordeling van het gemee ntebe lang volgens dergelijke wis-
selvallige en moeilijk controleerbare factoren bevredigt ons aller-
minst en wij kunnen geen vrijheid vinden U voor te s te lien een
eventueel te verlenen subsidie te laten afhangen van het aantal
militairen, afkomstig uit deze gemeente, dat onder de wapenen is en
behoort tôt een bepaalde positief uitgesproken geloofsovertuiging.
Wij erkennen gaarne het nut van militaire tehuizen, maar zien
niet in, dat gemeenten waar de dienstplichtigen vandaan komen, een
bijdrage moeten verlenen in de exploitatiekosten. Wanneer de Rijks-
overheid de jonge mannen voor de dienst oproept en hen uit hun da-
gelijkse omgeving en werkkring haalt, behoort ïij naar onze mening
ook te zorgen voor inrichtingen, waar deze militairen de vrije tijd
nuttig en aangenaam kunnen doorbrengen en waar zij zich in een om
geving bevinden, die volgens hun geestelijke inslag voor hen de
meest geëigende is. Iets dergelijks ziet men bij de grote onderne-
mingen, die arbeidskrachten aantrekken. Ook deze zorgen zelf voor
de nodige recreatie, ontspanning en geestelijke vorming. Het stemt
ons spijtig, dat het Rijk de geestelijke zorg en de vrije tijdsbe-
steding van de militairen voor verreweg het grootste deel overlaat
aan particulière verenigingen, die de zware lasten ervan niet kun
nen dragen.
Aan
de R a a d