- 2 -
Dit zijn slechts een twaalftal voorbeelden uit elk der kadas-
trale gemeenten, doch met talloze aan te vullen, die aile duide-
lijk demonstreren, dat er hoegenaamd nie t van enige onderlinge
verhouding sprake is. En waar deze onderlinge verhouding zoek is,
ligt het voor de hand dat het niet mogelijk is in zijn algemeen-
heid een reductie op de gemeentelijke wegbelasting toe te staan
van een voor aile aangeslagenen gelijk percentage.
Uit vorenstaand overzicht is af te leiden dat b.v. in het ene
geval een reductie van 25 al meer uitmaakt dan de totale last,
die aan het waterschap voor wegenonderhoud verschuldigd is, ter-
wijl in een ander geval de gemeente lij'ke wegbelasting slechts
zeer gering is in verhouding tôt de aan het waterschap te beta-
len onderhoudsbij drage
Het hier gesignaleerde verschil wordt voornamelijk veroorzaakt
door een factor, die bij de gemeenteli jke wegbelasting niet en
bij water schapslasten juist wel toegepast wordt n.l. die der
classificatie
De gemeentelijke wegbelasting wordt, zoals U bekend is, gehe-
ven naar een voor aile percelen gelijk percentage zowel voor on-
gebouwd (4) als voor gebouwd (6).
De waterschappen daarentegen passen een systeem van heffing
toe waarbij het ene gedeelte van een kadastraal perceel dikwijls
zwaarder belast wordt dan het andere, omdat het ene meer bij het
werk (i.c. de waterschapsweg) gebaat is dan het andere gedeelte.
Wij hebben ons de vraag gesteld welke norm in zo'n geval aan-
gelegd moet worden, indien er al sprake zou zijn van mogelijke
reductie op de gemeentelijke wegbelasting? een vraag, waarop wij
geen afdoend antwoord kunnen geven.
Daar komt dan tevens nog bij, dat de aanslagen in de water-
schapslasten van jaar tôt jaar kunnen varieren, omdat zij dik
wijls als een omslag geheven worden.
Het lijkt ons daarom niet doenlijk in de heffingsverordening
op de wegbelasting een bepaling op te nemen van algemene strek-
king die op elk bijzonder geval toegepast kan worden of het
moest al een zodanige zijn, die aile percelen vrijstelde van weg
belasting welke door een waterschapsbestuur belast worden met een
onderhoudsbijdrage ten behoeve van waterschapswegen.
Door de werking van een dergelijke bepaling evenwel zouden wij
rond f 10.200.aan wegbelasting derven.
Het behoeft geen nader betoog, dat bij de tegenwoordige begro-
tingspositie een dergelijke vermindering van inkomsten niet zon-
der meer aanvaard kan worden. Hiervoor zou dus compensatie ge-
zocht moeten worden en aangezien er geen andere bronnen zijn aan
te wijzen, zou een verhoging van het percentage van heffing voor
de overige percelen hiervan een gevolg moeten zijn.
De totale opbrengst van de wegbelasting is bij het huidige
systeem van heffing en met inachtneming van de geldende heffings-
percentages rond f 21.800.--. De waterschapslasten ten behoeve
van het onderhoud enz. van waterschapswegen bedragen rond
f 10.700. lien reductie op de wegbelasting tôt laatstbedoeld
bedrag zou dus ongeveer de helft van de gehele opbrengst van de
wegbelasting vergen. Om dit verlies te dekken- zouden de aanslagen
van de overblijvende belastingplichtigen moeten worden verdubbeld.
Zulks lijkt ons onaanvaardbaar en het is om deze reden dat
wij U adviseren in het huidige systeem van heffing ener wegbelas
ting in deze gemeente geen wijziging aan te brengen.
Wij willen U daarbij nog wijzen op het feit, dat van het to-
taal aantal aangeslagenen in de wegbelasting plm. 40 woonachtig
is buiten de gemeente.