Bijlage nr.
rsotulen Raad j .f -TJ
-1.714.35 H u i z u m, 31 Juli 1953.
Onderwerps
Vermakelijkheidsbelasting.
Wij doen U hierbij toekomen een adres van de Secre-
taris van de Ned. Vereniging van Kermisvakgenoten "Ons Belang"
waarin deze al s gemachtigde van een tweetal houders van verkoop-
kramen, die een staanplaats hebben gehad op de dit jaar gehou-
den kermis te Stiens teruggaaf verzoekt van vermakelijkheidsbe
lasting.
In verband hiermede delen wij U het volgende mede.
Aan G. Kallenkoot te Groningen is een staanplaats gegund
voor een kraam tôt het verkopen van nougat en suikerwerken op
de gehouden kermis te Stiens voor f 90. terwijl bovendien
f 10.wegens vermakelijkheidsbelasting is geheven.
Aan J. Derks te Groningen is toegewezen een staanplaats voor
een verkoopkraam van pinda's. Hiervoor is aan staangeld betaald
f 20,80, terwijl f 4.voor vermakelijkheidsbelasting is ge-
ind.
De heffing dezer vermakelijkheidsbelasting is gegrond op ar-
tikel 2, sub D, der verordening op de heffing en?r belasting
op toneelvertoningen en andere vermakeli jkhe de n, vastgesteld
bij raadsbesluit van 20 September 1934, goedgekeurd bij Konin-
klijk Besluit van 16 October 1934, no. 18, zoals die sedert is
gewijzigd.
Dit artikel luidts
"De belaBting bedraagts
Voor draaimolens, geen grotere middellijn hebbende dan 12
meter langs de grond gemeten f 5.- per dag? met grotere middel
lijn f 10.- per dag5 voor luchtschommels en gelijksoortige in-
richtingen f 10.- per dag, voor kramen, tenten en dergelijke
f 0,20 per vierkante meter oppervlakte per dag, met een mini
mum van f 2.- per dag."
Wij zijn van oordeel, dat de heffing terecht is geschied. Al
sedert de inwerkingtreding van de verordening wordt het bewuste
artikel volgens zijn letterlijke bepaling toegepast en wij zien
niet in dat hieraan thans een gewijzigde interpretatie moet
worden gegeven. Tevens zijn wij van oordeel, waar het artikel
niets aan duidelijkheid te wensen overlaat, de Kroon geen goed-
keuring aan de verordening zou hebben verleend, wanneer zij van
oordeel was geweest dat onderscheid moet worden gemaakt tussen
inrichtingen van vermaak en verkoopzaken.
Wij stellen U daarom voor het verzoek van de hand te wij zen.
Wij wij zen U er op, dat de in het request genoemde TjHel-
der te Dokkum geen volmacht verleende aan de secretaris van
zijn organisatie om voor hem op te treden, zodat wij menen, dat
diens reclame buiten behandeling gelaten moet worden.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de R a a d.