- 5 -
Wethouder Di.ikstra neemt aan, dat deze regeling serieus is op-
gezet. Het is wel mogelijk dat de ene groep van de bevolking meer
risico wegens ziekte heeft dan de ander. Dat kan statistisch wel
bewezen zijn.
De heer Zondervan zegt dat volgens dr. J.B. Sens een aanvaard-
bare basis geacht wordt aanwezig te zijn met deelneming van 3000
4000 ambtenaren. In het onderhavige geval zullen het er maar
2600 zijn. Indien de provincies bij elkaar stappen wordt het
draagvlak wel groter.
De Voorzitter herhaalt nogmaals dat de Ver. van Ned. Gemeenten
en de vakorganisaties er mee accoord zijn gegaan en dat de regeling
serieus is opgezet, zodat de raad die z.i. behoort aan te nemen.
Indien het percentage wordt verhoogd dan wil hij de zaak op-
nieuw bekijken.
De heer Tolsma betwijfelt of men er dan weer af kan. Loopt men
niet vooruit op de rijksregeling?
De Voorzi tter i Het rijk is tôt dusverre in gebreke gebleven.
Volgens art. 125, le lid, letter g, van de Ambtenarenwet moet de
rechtspositie van de ambtenaren in geval van ziekte worden gere-
geld.
Volgens de heer Zonde rvan kunnen deze aanspraken mede omvatten,
voorzieningen met betrekking tôt ziektekosten. De gemeente is
daartoe niet verplicht.
De Voorzitter Men wil in elk geval de rijksregeling niet af-
wachten.
Hq heer Bouma is tegen dit voorstel, omdat hierdoor onrust
onder de ambtenaren ontstaat.
De Voorzitter geeft toe, dat het een gekke figuur is, dat een
deel van de ambtenaren zich er tegen heeft verzet, terwijl aile
vakorganisaties er voor zijn. De bezwaren hadden dan ook bij de
bond aanhangig gemaakt moeten worden.
Wethouder Di.ikstra merkt op, dat deze ambtenaren één ding ver-
geten, dat de inter imregeling vervalt. Al s deze ophoudt weten ze
niet waar ze aan toe zijn. Voor onrust onder de ambtenaren be-
hoeft niet te worden gevreesd.
De heer Tolsma wijst op de te gens tr ijdige bel ange n tus se n hogere
en lagere ambtenaren bij deze regeling.
De Voorzitter s Dit is betrekkelijk. Bij een vrijwillige verze-
kering betalen kinderen boven 16 jaar een aanvullende premie. Bij
de onderhavige regeling betalen de hogere ambtenaren veel mcer
premie dan de lagere ambtenaren.
De heer Tolsma zegt, dat de lagere ambtenaren geen belang heb-
ben bij deze regeling, omdat die zich vrijwillig kunnen verzekeren
bij de ziekenfondsen.
De V oorzitter s De ziekenf ondsen kunnen niet uit. Hoe wordt dat
op de duur?
De heer Zonde rvan is van oordeel, dat deze regeling niet in
het belang van de gemeente is en veel geld komt te kosten. De
ambtenaren zijn er niet unaniem voor.
De heer de Vries twijfelt niet aan de goede bedoelingen van
deze regeling en is er daarom voor.
Vervolgens declt de Voorzitter nog mede, dat hem is gebleken,
dat men om de 5 jaar uit deze regeling kan treden.