De Raad der gemeente LLBUv<ÀIlDLfii.DEEL;
Gezien het verzoek dd. 25 Maart j.l. van het bestuur der
Woningstichting "Leeuwarden Leeuwarderadeel"bij Koninklijk
Besluit van 10 Maart 1914, no. 17, toegelaten als stichting uit-
sluitend in het belang van de verbetering van de volkshuisvesting
werkzaam en als zodanig gehandhaafd bij Koninklijk Besluit van
8 November 1947no16waarin wordt verzocht aan de Stichting
een voorschot van f. 31400.te verlenen voor de bouw van 4
woningen te Stiens, alsmede een voorschot van f. 2600, voor
verkrijging en het bouwrijp inaken van de benodigde grond;
Overwegendedat de bouw van deze woningen noodzakelijk is in
verband met het heersende woninggebrek;
Gehoord het voorstel namens Burgemeester en Wethouders door
de voorzitter in de heden gehouden vergadering gedaan;
Gelet op de bepalingen der Woningwet en van het Woningbesluit
Besluit
I. aan de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeel' uit de ge-
meentekas een voorschot te verlenen groot f. 31400. voor de
bouw van 4 woningen te Stiens en een voorschot van f. 2600.
voor verkrijging en bouwrijp maken van grond aldaar, met bepaling,
dat voor rente en aflossing van het eerste voorschot gedurende
50 jaren zal worden betaald een annuïteit van 4,264 en van het
tweede voorschot gedurende 75 jaren een annuxteit van 3,787
een en ander onder de volgende voorwaarden en bepalingen:
1bij faillissement of opheffing der stichting, alsmede indien
de voorwaarden, waaronder het voorschot is verleend, niet wor
den nageleefd, wordt het voorschot of het onafgeloste gedeelte
daarvan terstond opvorderbaar
2. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der
Stichting zonder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders
of anders van Gedeputeerde Staten, zal het bestuur aan de ge
meente verbeuren f. 2000.waarvoor de leden van het bestuur,
die aan het besluit tôt vervreemding of bezwaring hebben mede-
gewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, ook na hun af-
treden als bestuurslid, hoofdelijk ieder voor het geheel aan-
sprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht der gemeente,
om zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete, schade-
vergoeding te eisen en om de vervreemding of bezwaring niet
als geldig te erkennen;
3. de gemeente zal, zolang het voorschot niet geheel is afgelost,
met goedkeuring van Gedeputeerde Staten, of, bij weigering,
met goedkeuring van de Kroon, het recht hebben aile bezittingen
met het voorschot verkregen met de daarop rustende lasten en
verplichtingen en aile schulden der Stichting, voor zover die
ten behoeve van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over
te nemen tegen betaling van een bedrag door Gedeputeerde Staten
goedgekeurd, of, bij weigering, door de Kroon vast te stellen,
met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of in-
standhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen
vermogen van de Stichting slechts een billijke vergoeding voor
noodzakelijke met de eigendomsovergang verband houdende kosten
wordt uitgekeerd;
- 4 -
.778.532.1 ÎBijlage nr.^y
ij notulen Raa<S:«£j