- 5 -
De heer Tolsma zegt, omdat deze zaak al zo lang traineert,
hij van een voorbehandeling in het georganiseerd overleg wel
goede vruchten had verwacht.
Zonder verdere besprekingen verenigt de Raad zich met het
voorstel van Burgemeester en Wethouders en stelt zonder hoofde-
lijke stemming het besluit vast, dat als bijlage 6 aan deze
notulen is gehecht, terwijl de bij dit besluit behorende bijlagei
A en B respectievelijk genummerd zijn 7 en 3.
7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het doen van een
uitkering ineens over het eerste halfjaar 1955 aan het gemeente-
personeel.
Dit voorstel luidt als volgts bijlage 9.
De heer Tolsma vraagt waarom aan de ene groep van het ge-
meentepersoneël T 52.- wordt toegekend en aan de andere f 90.-.
De voorgestelde regeling heeft niet sprekers sympathie. Men-
sen met kleine salarissen raken er steeds slechter bij weg.
Spreker heeft de laatste dagen heel wat cijfermateriaal ver-
werkt en is daarbij tôt de pijnlijke ontdekking gekomen, dat
hoe meer men heeft, hoe meer men erbij krijgt. Tegenwoordig
hoort men vaak een heel aardig verhaaltje van respect voor het
s ambacht en dat we meer waardering aan de dag moeten leggen voor
de werkman. Daarvan blijkt uit de thans gedane voorstellen al
bitter weinig, aldus spreker.
•^e Voorzitterhet voorstel van Burgemeester en Wethouders
verdedigencTëT, geeft een overzicht van de verhouding der bezol-
diging van ongeschoolden tôt die der referendarissen en hoe die
verhouding zich van 1938 tôt heden ontwikkeld heeft. Spreker
wil uitgaan van de juistheid der gepubliceerde cijfers en dan
zien wedat de lonen niet aile in dezelfde verhouding gestegen
zijn als de prijs-index. Waarom thans de hogere salarissen meer
verhoogd worden dan de lagere, heeft verschillende redenen. Bén
der factoren is de denivellering. Deze wil de regering thans
ongedaan maken. De hogere ambtenaren hebben daar recht op, want
de hoger gesalarieerden waren meer achter gebleven dan de vak-
lieden. Door de regering zou voor de laatste catégorie wel iets
worden gedaan maar, naar het oordeel van de vakbonden, te weinig.
Daardoor is het bekende conflict ontstaan. Nu kan men over
de vraag of b.v. een referendaris op hetzelfde niveau moet
blijven ongelijk denken, aldus spreker.
De heer Toisma repliceert dat cijfers tenslotte weinig zeg-
gen. Wij we t'en aTlen wel, dat het loonpeil van de werknemers
in 1938, vooral van de ongeschoolden erbarmelijk slecht was.
Na de bevrijding hadden wij allen wel het gevoel, dat wij
dat nooit terug moesten hebben en daarom hadden velen verwacht
dat er niet weer zulke grote tegenstellingen zouden ontstaan.
Vandaag zijn wijhelaas, weer hard op weg om ze opnieuw
in het leven te roepen, oordeelt spreker.
-^e Voorzitter wil naar aanleiding van het gezegde van de
heer Tolsma ook nog wel een vergelijk maken tussen de lagere
ambtenaren en de lagere werklieden. Ten aanzien van een schrij-
ver b.v. ziet men precies hetzelfde beeld.
De heer Tolsma wil graag dat wijzelf zullen uitmaken of het
loonpeil van een bepaalde functionaris voldoende is.
■^e ^oorzitter vindt dit bedenkelijk met het oog op het alge-
meen loonbeleid der regering.