- 4 - Bij het overleg, dat spreker nog wel even heeft kunnen houden met enkele leden van het bestuur van de Dienst voor Sociale Zaken, is hem gebleken, dat van die zijde hezwaren hestonden tegen de gedachte oplossing en wel hierom, dat de 7 woningen vooralsnog uit de woningvoorraad gehouden worden. Spreker moest nu uit twee kwaden kiezen, maar is van oor- deel, dat hij het minst-kwade gekozen heeft. De tijdelijke veranderingen aan de woninkjes en de brand- weergarage zullen volgens een schatting van de aannemers en onderaannemers ongeveer f 4600»- bedragen. Daarbig is de ga rantie gegeven, dat ailes weer in een degelijke toestand opge- leverd zal worden. Als de zaak zo door gaat zal over plm. 14 dagen het oude Tehuis ontruimd kunnen worden. De tijdelijke voorzieningen aan de Nieuwbouw zullen zo simpel mogelijk wor den gehouden. Voor de Vader en de Moeder is de situatie, waar- in zij komen te verkeren, ook moeilijk, maar zij nemen er ge- noegen mee. Met "Wederopbouw" is overleg gepleegd, opdatover- schrijding van de fatale termijn, binnen welke de woninkjes opgeleverd moeten zijn, geen moeilijkheden oplevert. De heer van der Ploeg vraagt of het zaaltje boven de brand- weergarage ook in gebruik genomen zal worden. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Het wordt te bezwaar- lijk voor oudere mensen om steeds de trap te beklimmen. Het onderbrengen van de oudjes is zo gepland, dat er twee in één kamer komen. De mededelingen van de Voorzitter zijn hiermede voor kennis- geving aangenomen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt onbewoonbaar- verklaring van de woningen lage Herenweg no. 14 te Stiens en no. 53 te Cornjum. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage l). Het wordt zonder bespreking aangenomen en zonder hoofdelijke stemming worden de volgende besluiten vastgesteld (bijlagen 2 en 3)» 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het doen van een uitkering over 1955 ad 3 van het salaris aan het ge- meentepersoneel en tôt verdubbeling van de vacantietoelage ingaande 1 Januari 1956, alsmede verhoging van de uitkering bij overlijden (z.g.n. smartegeld). Dit voorstel luidt als volgt (zie bijlage 4). De heer Tolsma vindt de regeling niet zo heel sympathiek, omdat men de wedden procentueel gaat verhogen. Daardoor krij- gen de beter bezoldigden steeds de grootste hap bij de verde- ling van de nationale welvaart. De heer Hoekstra vraagt of het mogelijk is, dat deze ver hoging spoedig wordt uitbetaald. Spreker meent te weten, dat de ambtenaren het oude, waar zij recht op hebben, ook nog steeds niet hebben. De Voorzitter moet dit laatste beamen. Deze aangelegenheid is pas in de commissie van georganiseerd overleg behandeld. Eén dezer dagen is het verslag van de desbetreffende vergade- ring bij Burgemeester en Wethouders ingekomen, die hun stand- punt nog niet nader bepaald hebben.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 7