-2.08.742.5 H u i z u m, 25 Juni 1956. Onderwerp Interim-regeling Ziekte- kosten Ambtenaren 1956. De Minister van Binnenlandse Zaken heeft ons bij schrijven van 8 Mei j.l. medegedeeld, dat de tôtstandkoming wordt voorbereid van een "Interim-regeling ziektekosten ambte naren 1956", welke gelijkluidend zal zijn aan de regeling voor het jaar 1955, behalve voor wat betreft de bedragen van de tege- moetkomingen In verband met de verhoging, welke de premiën voor de vrij- willige ziekenfondsenverzekering laatstelijk hebben ondergaan, ligt het in het voornemen - aldus schrijft de Minister - de uitkeringen op te voeren tôt f. 7,70 en f. 3,85 per maand of f. 92,40 resp. f. 46,20 per jaar, onderscheidenlijk voor gehuw- den en ongehuwden in de zin van de regeling. De Minister doet deze mededeling vergezeld gaan van het ver- zoek om de tôtstandkoming van een overeenkomstige voorziening ten behoeve van het personeel in dienst van de gemeente te be- vorderen, voor zover daaraan voor dit personeel behoefte bestaat. Met betrekking tôt dit laatste merken wij op, dat door de aansluiting bij de IZ.A.-regeling de groep ambtenaren, waarvoor de gevolgen van ziekte niet geregeld zijn, uiterst klein is. Het kan echter voor komen - zij het bij uitzondering - dat een amb- tenaar principieel bezwaar heeft tegen toepassing van de I.Z.A.- regeling. Dit bezwaar moet dan door ons als geldig erkend zijn, zal de IZ.A.-regeling voor betrokkene buiten werking blijven. Daarmede is voor deze ambtenaar dan niet voldaan aan de eis van art. 125, tweede lid, van de ambtenarenwet en kan de interim- regeling deze lacune aanvullen. Wij hebben deze aangelegenheid voorgelegd aan de commissie van georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, die hierover ad- vies heeft uitgebracht, hetwelk bij de stukken is gevoegd. Uit dit advies, dat is uitgebracht met de grootst mogelijke meerderheid van stemmen, zal U blijken, dat de commissie van georganiseerd overleg van mening is, dat in de hiervoren ge- schetste gevallen geen aanleiding wordt gevonden voor toepas sing van een interim-regeling, zoals in de aanhef wordt bedoeld. De meerderheid van ons collège wil in een dergelijk geval een dergelijke regeling wèl doen gelden; de minderheid is er tegen. Wij verzoeken U zich hierover te willen uitspreken. Burgemeester en Wethouders van leeuwarderadeel, De Secretaris, Aan: défia a d. Bijîage nr. £3 notulen Raad: Zâ/b

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 101