- 2 - 4- bij de uitvoering van de plannen, waarvoor het voorschot wordt verleend, mogen. bestuursleden der Woningstichting niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of voordeel genie- ten als aannemer, onderaannemer, uitvoerder, arbeider of architect 5. bestek en voorwaarden der te stichten woningen zullen nader aan de goedkeuring van Burgemeester en Vfethouders moeten wor- den onderworpen, zomede de gunning der aanneming; 6. voor het verhuren der woningen mogen geen andere huurprijzen worden in rekening gebracht, dan die, vastgesteld door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting; II. aan de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeel" zo nodig een bijdrage te verlenen in de exploitatietekorten dezer wonin gen, onder bepalings a. dat de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te dien aanzien is bepaald in artikel 25» lid 7 en lid 8, van het Woningbesluit b. dat, indien het voorschot of het onafgeloste deel daarvan wordt opgevorderd krachtens artikel 19» letter b, van het Woningbesluitde bijdragen, tôt welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst had verbonden» niet meer zullen zijn verschuldigd; III. tôt de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting het verzoek te richten aan deze gemeente een zo hoog mogelijke bijdrage te verlenen in de exploitatie van deze 8 woningen. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 28 Juni 1956. Voorzitter Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 105