-1-754'21 S nolX Raat. 18 ,Uni 1956* Onderwerps J Haven te Britsum. Zoals U bekend kan zijn, werd de z.g.n. haven te Britsum destijds aangewezen als ligplaats voor woonschepen. Van deze aangewezen ligplaats wordt méér gehruik gemaakt dan aanvankelijk vermoed kon worden. Vanzelfsprekend zijn de tijdsomstandigheden hierhij van zodanige invloed geweest, dat gerept kan worden van een abnormale toestand op dit gebied. Immers, tegenwoordig worden veel woonschepen bewoond door mensen, die normaliter hun huiselijk geluk niet in de eerste plaats aan boord van een woonschuit zouden zoeken. Toen dan ook de opvaart te Britsum bij besluit van Burge- meester en Wethouders d.d. 19 December 1938 krachtensartikel 31 der Woonwagen- en Woonschepenwet 1918, Stbl. 492, tôt aan gewezen ligplaats werd verklaard, is daarbij in de eerste plaats gedacht aan woonscheepjesdie doorgaans bewoond ple- gen te zijn door de catégorie personen, welke U allen wel be kend is. Hadden wij na de oorlog niet te kampen gekregen met de grote woningkraptezoals wij die thans kennen, de woonsche- penhaven te Britsum zou ruimte genoeg geboden hebben aan die enkele woonschepen die zo nu en dan eens voor langere o± kor- tere tijd Britsum bezoeken. Allicht hadden wij niet het beeld gekregen zoals het nu geworden is. De bewoners van de schepen, die thans in de Britsumerhaven ligplaats hebben, zijn gaan behoren tôt de vaste kern yan de dorpsbevolkingHun stationair verblijf heeft echter dit pro- bleem met zich meegebracht, dat fer niet anders dan met grote moeite een normaal vrachtschip zou kunnen lossen en laden. De woonschepen zouden dan n.l. eerst aile "verhaald" moeten wor— den. Nu moeten wij reeds dadelijk opmerken, dat hetvrachtver- voer per schip de laatste tijd zeer sterk is verminderd en met name van en naar Britsum. Sinds het laatste vrachtschip, dat in Britsum thuis hoorde, verdwenen is, komt er zeldery meer een vaartuig van die soort. Toch is zulks nog mogelijk en in de officiële gegevens zomede in particulière uitgaven, zoals de schippersalmanak, staat bij Britsum vermeld, dao er een los- en laadplaats is. Om nu te voorkomen, dat een schipper zijn rechten zou doen gelden om perse bij de gemeentelijke opslagplaats te willen lossen en te laden, is het nodig, dat de havenhaar karakter van openbare los- en laadplaats officieel verliest. De belangen van een verdwijnende groep vrachtschippers en een opkomende catégorie woonschepenbewoners tegen elkaar af- wegendeachten wij het niet onrechtmatig, dat de haven als openbare los- en laadplaats verdwijnt. Wij geven U in overweging zich in die zin uit te spreken. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel A a n De Secretaris de R a a d.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 61