2. Deze vermindering blijft beperkt tôt een periodieke verho
ging voor hen, die naar het oordeel van Burgemeesteren Wet
houders niet kunnen inwonen bij het gezin, waartoe zij beho-
ren.
Artikel 20.
1. Indien het salaris van een ambtenaar minder hedraagt dan het
voor hem krachtens het volgende lid bepaalde grensbedrag en
hij, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, niet
kan inwonen bij het gezin waartoe hij behoort, kunnen burge-
meester en wethouders bepalen, dat aan hem, bij wijze van
tijdelijke maatregel, een tijdelijke pensiontoelage wordt
verleend, waarvan het bedrag ten hoogste gelijk zal mogen
zijn aan het verschil tussen het voor hem bepaalde grensbe
drag en zijn salaris,
2, Het grensbedrag, bedoeld in het le lid, bedraagt voor de
ambtenaar, die zijn standplaats heeft in Leeuwarden (le
klasse), waar het gemeentehuis zich bevindt, bij een leef-
tijd van de ambtenaar vans
20 iaar f 2076,per jaar of f 173.- Ver maanâ»
19 iaar 2016.per jaar of 168.- per maand0,
18 jaar 1956.per jaar of 163»- per maand;
17 jaar of jonger 1896.per jaar of 158.- per maand.
Het grensbedrag, bedoeld in het le lid, bedraagt voor de
ambtenaar, wiens standplaats is in de gemeente Leeuwardera-
deel (3e klasse), bij een leeftijd van de ambtenaar vans
20 iaar f 1956.— per jaar of f 163»- per maand;
19 iaar 1896.per jaar of 158.- per maand;
18 iaar 1836.per ,jaar of 153.- per maand;
17 jaar of ôonger 1776.per jaar of 148.- per maand.
Artikel 21.
1. Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop
de aanstelling ingaat. Indien in het besluit van benoeming
geen datum van ingang is vermeld, vangt het genot van de
bezoldiging aan met de dag, waarop het ambt is aanvaard.
2. De bezoldiging wordt per kwartaal, per maand of per week
uitbetaald
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag
uit de betrekking of op de dag van het overlijden van de
ambtenaar
Artikel 22.
Bij aanstelling, bevordering, verhoging of uitbetaling van
bezoldiging worden de ambtenaar geen kosten in rekening ge-
bracht
Artikel 23.
1. In gevallen, waarin de bezoldiging of de kortingsbedragen
moeten worden berekend over een gedeelte van een kwartaal,
van een maand of van een week, wordt de bezoldiging of ^°r~
ting per dag gesteld op één dertigste deel van de bezoldi
ging of korting per maand.
2. De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden
tôt een cent naar boven afgerond.