3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het treffen van enkele voorzieningen met te trekking tôt de bezoldiging van het gemeentepersoneel. Dit voorstel luidt alduss bijlage 1. Het wordt zonder bespreking aangenomen en zonder hoofdelijke stemming wordt het besluit vastgesteld volgens bijlage 2. 4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van het honorarium voor lijkschouwing Dit voorstel is van de volgende inhoud; bijlage 3. Het wordt zonder discussie aanvaard. 5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het treffen van voorzieningen in verband met de kasgeldpositie van de gemeente. Dit voorstel is als bijlage 4 aan deze notulen gehecht. Het wordt zonder bespreking aangenomen, waarna de Raad zon der hoofdelijke stemming twee besluiten vaststelt, die als bijlagen 5 en 6 zijn toegevoegd. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verhoging van het maximum bedrag van het crediet in rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Dit voorstel luidt aldusî bijlage 7. Het wordt zonder discussie aangenomen en zonder hoofdelijke stemming stelt de Raad het besluit vast volgens bijlage 8. 7. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van het bedrag per leerling voor het openbaar lager onderwijs voor 1957 (art. 55bis, eerste lid, der lager Onderwiiswet 1920). Dit voorstel is van de volgende inhouds bijlage 9. De heer Zondervan merkt op, dat de Raad bij de behandeling van de begroting besloten heeft het uurloon van de school- schoonmakers op 75 cent te brengen. Het heeft spreker daarom verbaasd, dat in de berekening van het kostenbedrag per leerling het oorspronkelijke op de begro ting uitgetrokken bedrag voor verlichting, verwarming en schoonhouden der schoolgebouwen is opgenomen. De Voorzitter zegt, dat nog nagegaan moet worden hoeveel uren door de schoonmakers aan de werkzaamheden worden besteed. De heer Zondervan begrijpt dat niet. Spreker meent te weten, dat anderhalf jaar geleden al onderzocht is hoeveel uren de schoolschoonmakers maken. Het komt hem daarom vreemd voor, dat dit nu nog eens nagegaan moet worden. De heer Tolsma meent, dat de beloning van de schoolschoon makers op een behoorlijk peil gebracht zou worden. Dit is al- thans de strekking van het antwoord van Burgemeester en Wet houders op het verslag van de commissie van rapporteurs ge- weest. Als nu de hoofden der scholen nog moeten uitmaken hoe veel uren er gewerkt wordt, kan - zo vreest spreker - de be loning weer gedrukt worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 7