16. Verzoek van II. Meijer te Hijum 130 om verhoging van de te-
gemoetkoming uit de gemeentekas voor het bezoeken door zijn zoon
Anne van de Chr. school voor buitengewoon lager onderwijs te
Dokkum.
Burgemeester en Wethouders zenden dit verzoek toe met het
volgende prae-advies (bijlage 23).
Het wordt zonder bespreking aangenomen, waarna zonder hoofde-
lijke stemming het besluit wordt vastgesteld volgens bijlage 24.
17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
de gemeentebegroting, dienst 1957.
Het ontwerp van deze wijziging heeft voor de leden bij de
stukken ter inzage gelegen.
De Voorzitter deelt mede welke maatregelen genomen zijn om
de begroting sluitend te maken.
Daartoe is allereerst de begroting van de dienst voor Sociale
Zaken verlaagd met 18.000.- voornamelijk wegens een latere
aanvang met de exploitâtie van het bejaardencentrum dan oor-
spronkelijk bedoeld was. Op de gemeentebegroting is voorts een
bedrag van f 13.000.- bezuinigd door herziening van enige pos-
ten betrekking hebbende op de dienst van openbare werken.
De Voorzitter stelt voor om het tôt de Minister van Binnen-
landse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorga-
nisatie gerichte verzoek d.d. 28 September 1956 om een verhoging
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor 1957in
te trekken.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming verenigt de Raad
zich hiermede.
Het ontwerp-besluit tôt wijziging der begroting, dienst 1957,
wordt onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter voegt aan de agenda toe punt
18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het aangaan van
een geldlening met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten.
Dit voorstel is van de volgende inhoud. (bijlage 25).
Het wordt zonder discussie aangenomen, waarna het besluit
wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 26.
Rondvraag.
In aansluiting op hetgeen Mevr. Deelstra schriftelijk ter
kennis van het gemeentebestuur heeft gebracht, zegt zij het
volgende
't Is met spijt, dat ik U moet mededelen het besluit te heb-
ben genomen mijn lidmaatschap van de gemeenteraad te beëindigen.
Het werk, dat hieraan verbonden was, heeft altijd mijn voile
belangstelling gehad, al ben ik mij er van bewust - wat welspre-
kendheid betreft - nooit een op de voorgrond tredende figuur te
zijn geweest, maar m.i. is dat ook niet altijd een vereiste.
Tal van factoren hebben mij thans tôt dit besluit gebracht,
nu ik bijna acht jaar deel van Uw Raad heb uitgemaakt.