- 2 - Artikel 6. Het belastingjaar loopt van 1 Januari tôt en met 31 Decem- ber Artikel 7. Van de belasting zijn vrijgesteld; a. de aan één genothebbende toebehorende eigendommen, welke met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 ten aanzien van gebouwde eigendommen tezamen voor minder dan vijf gulden belastbare opbrengst in de kadastrale leggers voorkomen, de gezamenlijke genothebbers van een onverdeeld eigendom als één genothebbende te beschouwen; b. eigendommen, waarvan de gemeente of de burgerlijke instel- ling van weldadigheid in de gemeente genothebbende is; c. gebouwen, uitsluitend dienende tôt de openbare eredienst; d. gebouwen, uitsluitend bestemd voor het geven van bijzonder gewoon lager of bijzonder kleuteronderwijs. Artikel 8. 1. Voor gebouwde eigendommen, die met hunne gebouwde aanhorig- heden gedurende twaalf achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd gebleven zijn, wordt aan hem, die gedurende dat gehele tijdvak is aangeslagen, de belasting teruggege- ven. 2. Ter bekoming van teruggaaf moet de belanghebbende binnen een maand na het einde van bedoeld tijdvak een verzoek- schrift indienen bij de Gemeenteraad Artikel 9» Hijdie na 1 Januari ophoudt genothebbende van een peroeel te zijn, blijft voor de belasting over het gehele jaar aan- sprakelijk en heeft, onverminderd het bepaalde bij artikel 8, geen recht op teruggaaf van belasting. Artikel 10. 1. Ten behoeve van de invordering worden jaarlijks door Burge- meester en Wethouders kohieren opgemaakt. 2. Het primitief kohier wordt opgemaakt vâôr 1 Juli. 3. Hijdie door verzuim of misstelling niet op het oorspron- kelijk kohier is geplaatst, wordt op een aanvullings-kohier gebracht Artikel 11. 1. De kohieren worden ingericht volgens een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen model. 2. Zij worden na de vaststelling zo spoedig mogelijk aan de gemeente-ontvanger voor de invordering ter hand gesteld. Artikel 12. 1. De gemeente-ontvanger reikt zo spoedig mogelijk kosteloos een aanslagbiljet uit volgens het model door Burgemeester en Wethouders vast te stellen. 2. De termijnen van betaling, zoals deze door Burgemeester en Wethouders bij de vaststelling van de kohieren zijn bepaald, worden daarop vermeld. Artikel 13. 1. De belasting is verschuldigd binnen de termijnen als in het vorig artikel bedoeld. 2. Zij is dadelijk en in één termijn verschuldigd zodra de aan- geslagene in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende of onroerende goederen executoriaal beslag is ge- legd of wanneer hij zich metterwoon in het buitenland gaat vestlgen- Art. 14.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 19