- 12 - Rondvraag. De heer Bouma klaagt over de baldadigheid van de jeugd, die tegenwoordig haar werk maakt van deurtje bellen; bij electrische bellen wordt dan iets tussen het drukcontact geduwd. Tegenover oudere mensen is dit een vervelend gedoe, vindt spreker. Zou het niet van belang zijn om de onderwijzers van dit euvel op de hoogte te stellen, vraagt de heer Bouma, opdat deze kunnen trachten de belhamels tôt andere gedachten te brengen. De Voorzitter is met een en ander op de hoogte. Het hoofd van de openbare school heeft spreker medegedeeld, dat hij met een stel opgeschoten jongens tegenwoordig de grootste moeite heeft. Het is zo erg, dat hij al een vijftal van school heeft moeten verwijderen. Hij vreest daarom, dat het doorgeven van de klacht van de heer Bouma weinig effect zal hebben. De heer Zondervan weet mede te delen, dat de scholen al een desbetreffend verzoek hebben gekregen. Het hoofd van de Chris- telijke school, de heer Bakker, voelt er niets voor om er tegen in te gaan, want als het gesignaleerde misbruik bekend wordt gemaakt werkt het aanstekelijlf. Politie-toezicht lijkt hem daar om meer efficient. De Voorzitter zegt toe, dat hij de politie er op zal wijzen. De heer Faber vraagt hoe het zit met de bouw van een kleuter- school te Jelsum. De Voorzitter kan hier officieel niets over mededelen, doch de Inspectrice van het kleuteronderwijsmej. Wartena, heeft hem verteld, dat er voorlopig geen sprake van is om nieuwe scho len te stichten. Vervolgens vraagt de heer Faber of ook opgetreden kan worden tegen de verkeerspiraten, die zich niet houden aan de daarvoor aangewezen oversteekplaats bij Wassenaar en zich reeds eerder op de rijweg begeven en deze een eind langs rijden. De Voorzitter zou niet beter weten te doen dan aan de poli tie om een verscherpt toezicht te vragen. De heer Poep.ies wil voor afscheiding een lage heg doen aan- brengen waar een ijzerdraad doorheen gevlochten is. Mevrouw Bi.jlsma wijst op het ontbreken van het plaatsnaam- bord aan de Breedijk ten noorden van Jelsum. Daardoor weten automobilisten niet waar de bebouwde kom begint en de maximum snelheid niet in acht nemen wat ernstige gevolgen kan hebben, volgens spreekster. De Voorzitter antwoordt, dat dit reeds aan de gemeentearchi- tect is doorgegeven. Bij het verbreden van de weg is het bord weggenomen en het schijnt niet meer aanwezig te zijn. De heer Van der Bloeg wijst er op, dat in Cornjum een oud brandspuithuisje staat, dat in zeer vervallen toestand ver- keertZou het niet raadzaam zijn, vraagt spreker, dat het wordt afgebroken voor er ongelukken gebeuren?

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 23