- 4 -
Met toestemming van de vergadering krijgt de Secretaris het
woord. Deze zegt, dat het zeer ongewoon is, dat hij in de ver
gadering het woord voert. Daarop is evenwel één uitzondering en
dat is hij een installatie van een BurgemeesterDan is het
vrijwel gewoonte, dat de Secretaris het Koninklijk Besluit voor-
leest, waarhij de Burgemeester werd benoemd. Nu is bij de inge-
komen stukken ter kennis van de Raad gebracht, dat onze Burge
meester is herbenoemd en spreker meent, dat daaraan wel enige
aandacht meer besteed mag worden dan voor kennisgeving aange-
nomen. Spreker weet zich de tolk van de gehele vergadering als
hij de Burgemeester van harte gelukwenst met deze herbenoeming
en de hoop uitspreekt, dat de nieuwe ambtsperiode mag strekken
tôt een vruchtdragende samenwerking.
De Voorzitter zegt, dat hij inderdaad blij is met de herbe
noeming en hoopt in goede harmonie de belangen van de gemeente
te dienen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om te verklaren, dat
de instandhouding van de openbare lagere school te Britsum inge-
volge artikel 19, eerste lid, der Lager Onderwijswet 1920, wordt
gevorderd
Dit voorstel is van de volgende strekking (zie bijlage 1).
Het wordt zonder discussie aangenomen, waarna zonder hoofde-
lijke stemming het besluit wordt vastgesteld als bijlage 2.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt voorlopige vast-
stelling van de uitgegeven bedragen voor het openbaar gewoon
lager onderwijs over 1956, alsmede van de daarvoor beschikbaar
gestelde bedragen.
Dit voorstel luidt aldus (bijlage 3).
Het wordt zonder bespreking aangenomen en vastgesteld wordt
het navolgende besluit (bijlage 4).
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van
de instandhoudingsvergoeding ingevolge artikel 101 der Lager
Onderwijswet 1920 voor de bijzondere lagere scholen in deze ge
meente over het jaar 1956.
Het voorstel is als bijlage 5 aan deze notulen gehecht.
Het wordt zonder bespreking aanvaard, waarna de Raad zonder
stemming het besluit vaststelt, dat als bijlage no. 6 hierbij
is gevoegd.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van
de vergoeding ingevolge artikel 101 bis der Lager Onderwijswet
1920 voor handwerkonderwijzeressen werkzaam aan de bijzondere
lagere scholen in deze gemeente over het jaar 1956.
Dit voorstel luidt aldus (bijlage 7).
Het wordt zonder discussie aangenomen. Zonder hoofdelijke
stemming stelt de Raad hierna het besluit vast volgens bijlage 8.