- 13 - De heer Tolsma geeft nogmaals uiting aan de bij hem bestaande vrees, dat we hier hetzelfde verhaal krijgen als destijds met de motorfiets van de Vries. Spreker houdt vol, dat een verhoging van de huidige vergoeding economisch niet verantwoord is. Wethouder Di.ikstra vindt, dat dit helemaal afhangt van de waardering van de tijd, die de architect ergens aan besteedt. Wat hij had kunnen doen in de tijd, die door hem uitgespaard wordt doordat hij zich vlug kan bewegen, is niet in geld uit te drukken. De heer Tolsma ziet dit als een rekensommetjeDe bus kost zoveel en de auto zoveel, voordeel in tijd een half uur, rest zoveel De Voorzitter sluit de discussies en laat tôt stemming over- gaan. Allereerst komt in stemming het voorstel van Burgemeester en Wethouders, neergelegd in de memorie van antwoord. Dit wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Voor stemden mevr. Bijlsma en de heren Poepjes, P.Th. Dijkstra en Hoekstra en tegen de heren Bouma, Paber, Zondervan, B.R. Dijkstra, Wij- benga, Van der Ploeg en Tolsma. Hierna wordt in stemming gebracht het voorstel Bouma c.s. om de vergoeding op f 1250.- te bepalen. Het wordt verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Voor stemden mevr. Bijlsma en de heren Bouma, Poepjes, P.Th. Dijkstra en Hoekstra, terwijl tegen stemden de heren Tolsma, Paber, Van der Ploeg, Wijbenga, B.R. Dijkstra en Zondervan. Tenslotte komt in stemming het voorstel van de minderheid van de Commissie van Rapporteurs om géén verandering te brengen in de huidige regeling. Dit wordt aangenomen met 6 tegen 5 stem men. Voor stemden de heren Paber, Zondervan, B.R. Dijkstra, Wijbenga, Van der Ploeg en Tolsma, terwijl zich tegen verklaar- den mevr. Bijlsma en de heren Bouma, Poepjes, P.Th. Dijkstra en Hoekstra. Volgno. 224. Onderhoud en schoonhouden enzvan het bureau van gemeentewerlcen De heer Hoekstra vraagt waarom de juffrouw, die op kantoor zit, niet voor de dagelijkse reiniging kan zorgen. Is het nu zo erg, vraagt spreker, dat zij de boel even afstoft. De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders zulks perse niet willen. De heer Tolsma beweert, dat als de juffrouw dat niet kan op- brengen er geen goede teamgeest heerst. Wethouder Poepjes merkt op, dat destijds er door de heren Tolsma en Zondervan op gewezen is, dat door Burgemeester en Wethouders niet genoeg aandacht besteed was aan de beloning van de schoolschoonmakersDat was inderdaad het geval, maar zij hadden evenmin voldoende aandacht besteed aan de onderhavige beloning. De heer Tolsma ziet het fatale in de hele ambtenarij, dat er maar gezegd kan worden daar ben ik niet voor aangenomen, dit is mijn werk niet enz.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 25