I BÎjlage rw./b'
-2.08.74|1notujen Raad Mfo 'S Pi 11 u 1 z u m' 17 Februari 1958.
Onderwerp:
Duurtetoeslag.
Aan de îweede Kamer der Staten-G-eneraal is dezer
dagen aangeboden een wetsontwerp betreffende het verlenen van
een duurtetoeslag over het jaar 1958 aan hen, die arbeider
zijn in de zin van de Kinderbijslagwetdan wel in 1958 kin-
derbijslag ontvangen ingevolge de kinderbijslagwet voor in-
validiteits-ouderdoms- en wezenrentetrekkers of ingevolge
de Noodwet kinderbijslag kleine zelfstandigen.
Vooruitlopend op een definitieve beslissing terzake voor
het rijkspersoneel wordt de duurtetoeslag voor dit personeel
over het eerste halfjaar van 1958 als uitkering ineens zo
spoedig mogelijk bij wijze van voorschot uitbetaald.
Voor deze duurtetoeslag komen in aanmerking de ambtenaren,
die op 1 Januari 1958 een loon genoten van niet meer dan
416.- per maand of f 96.- per week, voorzover zij op die-
zelfde datum voor één of meer kinderen kindertoelage of kin-
derbijslag ingevolge de voor hen geldende bezoldigings- of
beloningsregeling genoten.
Het bedrag van de duurtetoeslag bedraagt voor de belang-
hebbendedie gedurende het gehele eerste halfjaar van 1958
die hoedanigheid bezit, f 1560 voor elk kind, waarvoor hij
op 1 Januari 1958 kindertoelage of kinderbijslag ontvangt.
De Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Pu-
bliekrechtelijke Bedrijfsorganisatie geeft in zijn circulaire
van 12 Pebruari 1958, nr. U 27904 aan de gemeentebesturen in
overweging voor het daarvoor in aanmerking komende gemeente-
personeel soortgelijke maatregelen te treffen.
G-ezien de bestaande uniformiteit tussen de salariëring van
het rijks- en het gemeentepersoneel, stellen wij U voor aan
het verzoek van de Minister te voldoen door de terzake voor
het rijkspersoneel getroffen maatregelen van overeenkomstige
toepassing te verklaren voor het daarvoor in aanmerking ko
mende gemeentepersoneel.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de Raad.