j-p OVEREENKOMST VAN GELDLENING
De ondergetekendens
I. De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, gevestigd te s-Gra-
venhage, te dezen vertegenwoordigd door haar Directeur A.Vogel;
II. De gemeente Leeuwarderadeelte dezen vertegenwoordigd door
haar Burgemeester A. de Boer, die handelt ingevolge het be-
sluit van de gemeenteraad van
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten der provincie Priesland
bij hun besluit van
verklaren het volgende te zijn overeengekomens
A. De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, hierna genoemd "geld
geefster", zal aan de gemeente Leeuwarderadeel, hierna genoemd
"geldneemster"uit de gelden, verkregen uit de opbrengst van de
Eerste Nationale Woningbouwlening ter leen verstrekken en deze
zal bij geldgeefster ter leen opnemen per 1 Maart 1958 een bedrag
van f 183.000.tegen de koers van 100 onder bepaling, dat,
met inachtneming van de duur der lening, het nominaal ter leen op-
genomen bedrag zal worden teruggegeven.
Het ter leen te verstrekken bedrag zal door geldgeefster ter
beschikking van geldneemster worden gesteld tegen afgifte door
geldneemster aan geldgeefster van een schuldbekenteniswaarin
verwezen wordt naar deze akte en vermeldende de valutadatum, waar-
onder de rekening van geldneemster bij geldgeefster voor het le-
ningsbedrag zal worden gecrediteerd
B. De lening zal onderworpen zijn aan de volgende bepalingen:
Artikel 1
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der le
ning betalen een tegen zes ten honderd per jaar te berekenen rente,
te voldoen op 15 Mei en 15 November van elk jaar, voor het eerst
op 15 Mei 1958. De eerste rentetermijn betreft de rente, verschul-
digd over het gedeelte van het halfjaar, hetwelk sedert de valuta
datum, waaronder de rekening van geldneemster voor het leningsbe-
drag werd gecrediteerd, is verstreken.
Bij de berekening van de rente wordt elke maand op 30 dagen en
elk jaar op 360 dagen gesteld.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in twintig ge-
lijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op 15 November 1963, de
tweede op 15 November 1964 en zo vervolgens, zodat de laatste ter-
mi jn van terugbetaling vervalt op 15 November 1982.
Gehele of gedeeltelijke extra aflossing der lening zal tôt 1 5
november 1967 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde da-
tum zal geldneemster uitsluitend op 15 November van elk jaar extra
mogen aflossen, doch slechts tegen betaling van een vergoeding van
twee en een half ten honderd van het extra af te lossen bedrag, in
dien de aflossing plaats vindt in de jaren 1967 tôt en met 1971,
van één en een half ten honderd, indien de aflossing plaats vindt
in de jaren 1972 tôt en met 1976, terwijl gedurende de verdere
looptijd een vergoeding van één ten honderd van het extra af te
lossen bedrag verschuldigd zal zijn.
Artikel 2.
Artikel 3.
Bijlage nr. 5
notuîen Raad:^