"2.08.741 1 Bijiage^nr./^ I H u i z u m, 27 Januari 1958. Toelage 1e straatmaker. Bij Uw besluit van 30 September 1957 werd aan arti- kel 17 van de Bezoldigingsverordening 1955 een 6e lid toege- voegd, luidende: In daartoe leidende gevallen kan naar het oordeel van Burge- "meester en Wethouders een vergoeding van 70.- per jaar wor- "den toegekend aan de ambtenaar, die blijkens een verklaring "van een erkende onderwijsinstelling met vrucht een cursus "heeft gevolgd, waarvoor geen examen is ingesteld, indien de "genoten opleiding in het belang van de dienst is te achten." De bedoeling van het opnemen van deze alinéa was om aan de 1e straatmaker A. Nieuwenhuis een vergoeding van f 70.- per jaar toe te kennen voor het bezit van een "verklaring", dat hij de cursus voor uitzetter met goed gevolg heeft doorlopen. Dit raadsbesluit werd met gunstig advies door Gedeputeerde Staten voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Be- zitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie G-enoemde bewindsman bericht ons thans het volgendes De toekenning van toelagen aan werklieden wegens het bezit "van bepaalde diploma's of getuigschriften verdraagt zich niet "met het algemeen loonbeleid ten aanzien van deze catégorie "van overheidspersoneelDe verkregen kundigheden, waarvoor "al dan niet een diploma of getuigschrift is uitgereikt, moe- "ten i.c. worden beschouwd als behorende tôt de vereisten voor "het bekleden der betreffende functies of rangen, waarvoor de "beloning volgens de desbetreffende rijksregeling is vastge- "steld Aangezien echter blijkens de toelichting in de betreffende raadsvoordracht kan worden aangenomen, dat in het onderhavige "geval de werkzaamheden van betrokkene ten dele op een hoger "niveau zijn gekomen wegens de met succès gevolgde cursus, "wil ik tegen de strekking van vorenbedoeld besluit geen be- "zwaar maken, voor zover dit toepassing vindt voor de in de "voordracht genoemde belanghebbendeEchter dient mijns in- "ziens dit besluit in dier voege te worden herzien, dat daarin "tôt uitdrukking wordt gebracht, dat de vergoeding wordt ge- "geven voor de verzwaring van de werkzaamheden, waarmede be- langhebbende is belast. Het zal U duidelijk zijn, dat het be- "sluit derhalve niet in zijn tegenwoordige vorm kan worden ge- handhaafd Wij hebben tegen de door de Minister wenselijk geachte wij- ziging van het raadsbesluit van 30 September 1957 geen enkel bezwaar Mitsdien stellen wij U dan ook voor aan het verlangen van de Minister tegemoet te komen, door met wijziging voorzover toepasselijk van Uw besluit van 30 September 1957, het 6e lid van artikel 17 van de Bezoldigingsverordening 1955 nader vast te stellen, zoals in het hierbijgaande concept-besluit is aan- gegeven. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel, Aan De Secretaris, de R a a d.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 97