- 5 - De heer Zondervan maakt er bezwaar tegen, dat als de toela- tingsdatum naar Augustus wordt verschoven de school te Stiens per 1 April a.s. wèl leerlingen zal toelaten. Als nu het besluit valt, zoals wordt voorgesteld, mag er op 1 April niet toegelaten worden, aldus spreker. De heer Poeu.ies merkt op, dat het bij de drie overige scholen geen roi speelt of de toelating plaats vindt in April of Augus tus, maar de school te Stiens kan de kinderen niet missen op 16 Mei, de wettige teldatum. De heer Tolsma gelooft, dat verschuiving van de toelatings- datum straks dezelfde moeilijkheden zal opleveren voor een la- tere teldatum. De heer B.R.Dijkstra vreest dan ook, dat de hoofden van scho len wel zullen blijven piekeren. Na enige discussie wordt het voorstel door Burgemeester en Wethouders teruggenomen. 5. Verzoek van de Commissie "Jeugdzorg" te Leeuwarden om een bijdrage uit de gemeentekas voor het volgen van jeugdleiders- cursussen, met voorstel van Burgemeester en Wethouders. Dit voorstel luidt aldus (bijlage 4). De heer Zondervan heeft in het voorstel gelezen, dat aan daarvoor in aanmerking komende personen een folder is toegezon- den. Spreker zou graag willen weten, wie daarvoor in aanmerking zijn gekomen. Uit zijn naaste omgeving herinnert spreker zich hier niets van. De Voorzitter weet de namen niet aile meer. Wel een mej. Wiersma uit Hijum. De Secretaris licht toe, dat ter Secretarie een adreslijst wordt aangehouden van de besturen van aile verenigingen in de gemeente; daaruit zijn toen een willekeurig aantal adressen ge- haald, uit ieder dorp een paar aan wie de brochure is toegezon- den. De heer Zondervan vindt, dat dan de bewuste zin in het prae- advies wel wat erg algemeen gesteld is. Zonder hoofdelijke stemming verenigt de Raad zich met het voorstel 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van het bedrag per leerling der openbare scholen, bedoeld in artikel 55bis der Lager Onderwijswet 1920. Dit voorstel luidt aldus (bijlage 5). De heer Zondervan is van mening, dat het gemiddeld aantal leerlingen over het vorig jaar naar de drie wettige teldata de grondslag voor de berekening moet vormen en niet een geschat aantal in het lopende jaar. De Voorzitter is hier niet zo zeker van. Als uit de ter be- schikking staande jurisprudentie het tegendeel blijkt, zal een en ander worden gerectificeerd De Raad verenigt zich zonder hoofdelijke stemming met het in- gediende voorstel en stelt het besluit vast volgens bijlage 6.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 9