- 9 - De heer B.R. Di.jkstra wil graag aannemen, dat het moeilijk is de posten op de primitieve begroting nauwkeurig te ramen maar vindt het aan de andere kant bezwwarlijk zijn stem te geven aan een wijziging, die zowat aile begrotingsposten omvat. De heer Tolsma zegt, dat dit niet als een bezwaar moet worden gezien. Met deze wijziging worden de geraamde cijfers gelijk ge- maakt aan die der werkelijke ontvangsten en werkelijke uitgaven. Soms blijken posten te laag te zijn geraamd en soms te hoog. Met toestemming van de vergadering geeft de Secretaris een nadere uitleg. Omdat op de begroting van genoemde dienst geen post voor onvoorziene uitgaven voorkomt, waaruit geput zou kunnen wor den bij overschrijding van andere posten, moet uit de begroting zelve gehaald worden wat er in zit en wordt zowel de raming van de ontvangsten als die der uitgaven bij de laatste begrotingswij- ziging gesteld op het werkelijk bedrag der inkomsten en uitgaven. Deze van elkaar afgetrokken levert het werkelijke nadelig saldo op, hetwelk door subsidie uit de gemeentekas gedekt wordt. De Voorzitter merkt nog op, dat bij het opmaken van de begro ting bij posten zoals sanatorium- en ziekenhuisverpleging een bepaalde reserve in acht genomen wordt. Desniettegenstaande wor den dergelijke posten soms niet onbelangrijk overschreden. De aangeboden begrotingswijziging wordt daarna zonder hoofde- lijke stemming goedgekeurd. 13- Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de gemeentebegroting, dienst 1957. Het ontwerp dezer wijziging heeft voor de leden ter inzage ge- legen en wordt zonder bespreking overeenkomstig het concept vast- gesteld 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de gemeentebegroting, dienst 1958. Ook het ontwerp dezer wijziging is bij de stukken ter lezing neergelegd en wordt eveneens zonder bespreking vastgesteld. Rondvraag. Àlvorens gelegenheid te geven tôt de rondvraag, deelt de Voor zitter mede, naar aanleiding van een in een vorige vergadering door de heer Van der Ploeg gemaakte opmerking, dat de bermen van de weg onder Jelsum thans bijgeholpen zijn. 'lù Ui<it heer ^an d-er Ploeg is van oordeel, dat dit nog niet het ge- 1 ^val is met het stuk tussen Span en de Zuivelfabriek. De Voorzitter zal dit onder de aandacht brengen van de gemeente- architect Ten aanzien van de z.g.n. Brink in Jelsum is het gemeentebe- stuur van oordeel, dat dit grasveld moet blijven. Een onderzoek ten kadaster heeft uitgewezen, dat de grond eigendom is van de gemeente. De heer Faber is van oordeel, dat het pad naar de kerk in een bruikbare staat moet blijven. j'8

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 17