Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna het voorstel van Bur- gemeester en Wethouders aangenomen en vastgesteld wordt het be- sluit, dat als bijlage no. 7 aan deze notulen is gehecht. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van een destructie-verordening. Dit voorstel luidt alsvolgt (zie bijlage 8). Het wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aan genomen en vastgesteld wordt het besluit, dat als bijlage no. 9 aan deze notulen is gehecht. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het toekennen van een looncompensatieeen duurtetoeslag en een verhoging van de kindertoelage over het tweede halfjaar van 1958. Dit voorstel luidt alsvolgt (zie bijlage 10). De heer Zondervan begrijpt niet, waarom men niet overgaat om deze toelagen in de jaarwedden te incorporeren. Het zou voor de ambtenaren, die belast zijn met het berekenen van de salarissen en lonen,een verlichting van werkzaamheden be- tekenen. De Voorzitter geeft dit toe, maar voor het rijkspersoneel is dit ook nog niet geschied. Hij verwacht wel, dat men binnen met al te lange tijd daartoe weer zal overgaan. Laatstelijk heeft op 1 Juli 1955 een incorporatie plaats gevonden. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarnazonder hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld worden de drie be- sluiten, die als bijlagen nos. 11, 12 en 15 aan deze notulen zijn gehecht. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling van een nieuw ambtenarenreglement en een nieuwe arbeidsovereenkomsten- verordening. Dit voorstel luidt alsvolgt (zie bijlage 14). De heer Tolsma. zegt, dat hij een boekwerk thuis heeft gekre- gen. Tegen de reglementen heeft hij wel enkele bezwaren. In de eerste plaats artikel 87behelzende de jubileumgratifi- catie. Hij vindt het niet billijk, dat de een zoveel meer krijgt dan de ander Spreker wil de ambtenaren allemaal over een kam scheren. nxj noemt als voorbeeld een gemeentesecretaris en een werkman, die op dezelfde dag jubileren. Beiden hebben in de afgelopen 25 jaar hun plicht gedaan en nu wil hij ze ook gelijk behandelen. Hij begrijpt niet, dat de vakorganisaties voor zo'n regeling kunnen zijn. Volgens de Voorzitter zou men ook de vraag kunnen stellen, waarom moet de een nu eenmaal meer verdienen dan de ander. De heer Zondervan merkt op, dat deze regeling van de vakorga nisaties uitgaatDe ene ambtenaar heeft een hogere beloning dan de ander, op grond van meerdere verantwoordelijkheid en dan kan^ hij er ook wel in meegaan, dat die ambtenaar dan een groter jubi— leumgratificatie ontvangt. Hij verschilt in deze van mening met de heer Tolsma.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 17