- 2 - 2. Aangifte vervoer en bewaring door de aangifteplichtige. Artikel 2. 1. De aangifteplichtige doet van het hebben of houden van destructiemateriaal zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de eerste werkdag, volgende op de dag, waarop dit materiaal als zodanig is ontstaan, aangifte bij het hoofd van dienst, voor zover in de volgende artikelen niet anders wordt bepaald. Burgemeester en wethouders regelen de plaats, waar en de uren, binnen welke deze aangifte moet geschieden. 2. De aangifte geschiedt, onder opgave van de soort en de hoeveel- heid van het destructiemateriaal, alsmede van de plaats,waar het zich bevindt; de aangifte wordt in tweevoud opgemaakt. 3. Burgemeester en wethouders stellen met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, tweede lid, der wet een model van het aangifteformulier vast (model 1). 4. Door of vanwege het hoofd van dienst wordt een gewaarmerkt exemplaar van het ingevulde aangifteformulier verstrekt aan de aangifteplichtige. Artikel 3. Het bepaalde in artikel 2, tweede en vierde lid, geldt niet ten aanzien van destructiemateriaal B, indien burge meester en wethouders ter zake van de aangifte van dat materiaal afwijkende regelen vaststellen. Artikel 4. Het bepaalde in artikel 2 gelât niet ten aanzien van des tructiemateriaal C. Artikel 5. 1Behoudens het bepaalde in artikel 15 is de aangifteplichtige ten aanzien van destructiemateriaal A gehouden: a. tôt vervoer van het destructiemateriaal zo spoedig mogelijk in de daguren naar de naastbijgelegen gemeentelijke verzamel- plaats en afgifte àldaar; dan wel b. tôt het ter beschikking houden van het destructiemateriaal, afkomstig van gestorven dieren, geleden hebbende aan of verdacht van een ziekte, waarop titel III der Veewet van toepassing is, alsmede tôt het afgeven daarvan voor ver voer door of vanwege de ondernemer ter plaatse, waar dit destructiemateriaal zich bevindt, met inachtneming van de omtrent de bewaring van dat destructiemateriaal door het hoofd van dienst gegeven aanwijzingen. 2. Burgemeester en Wethouders geven met betrekking tôt het af- sluiten, het schoonhouden en het verdere beheer van verzamel- plaatsen, alsmede het gemeentelijk toezicht daarop, nadere voorschriften.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 49