- 2 - IIVoor het ledigen vankolken of zinkputten met een grotere inhoud dan i m*, zulks ter beoor- deling yan de gemeentearchitectper uur .1,50 met een minimum per kolk en per keer van 1,50 D. Voor het van slagers, poeliers, visverkopers en der- gelijken weghalen en naar het terrein der gemeente- reiniging vervoeren van onreinheid en afval, afkom- stig van geslachte dieren of vis; a. per keer: 1. per ijzeren bak van ten hoogste 200 liter inhoud n 20 2.voor twee bakken alsboven tegelijk 2, 3.voor elke bak alsboven meer 1, b. uit dezelfde slachtplaatsper jaar: 1.voor het eenmaal weghalen per week van een ijzeren bak van ten hoogste 200 liter inhoud 60, 2.voor twee bakken alsboven tegelijk 100, 3.voor elke bak alsboven meer 50, c. voor de dagelijkse verwisseling van een ijzeren bak van ten hoogste 200 liter, per jaar 200, d. alsvoren van twee bakken per jaar 320, e. per keer 1. per ton van ten hoogste 45 liter inhoud 0,40 2. voor twee tonnen alsboven tegelijk 0,60 3. voor elke ton alsboven meer 0,20 f. uit dezelfde slachtplaats gelijktijdig, per jaar: 1. voor het eenmaal weghalen per week van een ton van ten hoogste 45 liter inhoud 18, 2. alsvoren tweemaal per week 30, 3. alsvoren driemaal per week 40, 4. alsvoren van twee tonnen eenmaal per week 28, 5. alsvoren van twee tonnen tweemaal per week 40, 6. alsvoren van twee tonnen driemaal per week 50, 7. alsvoren van drie tonnen eenmaal per week 30, 8. alsvoren van drie tonnen tweemaal per week 50, 9. alsvoren van drie tonnen driemaal per week 60, E, Voor het weghalen en naar het terrein der gemeente- reiniging vervoeren van bedrijfsafvalniet behorende tôt het onder D genoemde: a. zo het vervoer geschiedt per auto of per paard en wagen per m3, gedeelte daarvan voor vol berekend 6, voor helpers buiten de chauffeur of voerman af- zonderlijk per uur, gedeelten van een uur voor een vol uur berekend 1,50 b. alsvoren, zo het vervoer geschiedt per handaskar of bakfiets, per keer tôt een halve m3 3, Artikel 3. 1. De rechten zijn verschuldigd a. die, genoemd in artikel 2 onder A sub 1 door de eigenaar van het perceel; b. die, genoemd in artikel 2 onder A sub 2 en 3 door hem, die op 1Januarivan het jaar, waarvoor het recht verschuldigd is, eigenaar is van het perceel, waarin de privaatton^en) in ge- bruik is (zijn) gesteld. i^ls eigenaar van het perceel wordt voor de betaling der rech ten aangemerkt hjjdie in de kadastrale leggers als zodanig is aangewezen, tenzij hij, ten genoege van burgemeester en Wet- houders kan aantonen, dat hij op genoemd tijdstip geen eigenaar van het perceel wasin dat geval is de nieuwe eigenaar tôt betaling der rechten verplicht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 71