- 2 - 2. Benoeming van Wethouders. De heer Tolsma stelt namens de fractie van de Partij van de Arbeid als V/ethouder candidaat de heer FTh.Dijkstra, terwijl de heer B.R.Dijkstra namens de Christelijke groepering de heer H.Zondervan als Wethouder candideert. De hierna plaats gehad hebbende schriftelijke stemming ter voorziening in de vacature Dijkstra wijst uit, dat deze aile elf stemmen op zich heeft verenigd. Daarna wordt gestemd ter voorziening in de vacature Poepjes. De uitslag hiervan is, dat op de heer Zondervan tien stem men zijn uitgebracht, terwijl één blanco briefje van onwaarde is De heer FTh.Dijkstra verklaart onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen deze benoeming aan te nemen. Ook brengt hij nog dank aan de oude Raad voor het geschonken ver trouwen. Deze herbenoeming brengt opnieuw verantwoordelijk- heid mee. In het oude collège van Burgemeester en Wethouders kon men het bijzonder goed met elkaar vinden. Spreker hoopt, dat dit ook in het nieuwe collège het geval zal zijn. Dat zijn oud-collega Wethouder thans zijn plaats heeft moeten afstaan aan een ander is iets, waar spreker niet nader op wil ingaan. Hij heeft er behoefte aan van deze plaats dank te brengen aan de heer Poepjes voor de prettige samenwerking en hij hoopt, dat dezelfde goede harmonie in het nieuwe collège van Burgemeester en Wethouders zal heersen, een harmonie, die en- kel maar in het belang van de gemeente kan zijn. De heer Zondervan verklaart dankbaar te zijn, dat de raads- leden hem hebben gekozen tôt Wethouder. De heer Poepjes heeft het jaren gedaan, doch spreker geeft de verzekering, dat hij zal trachten even hartelijk met elkaar op te arbeiden in het belang der gemeente. Bu de samenstelling van het collège ver- anderd is, zou de verwachting gewekt kunnen worden, dat er een verandering komt in het gevoerde beleid, doch dit betekent geen keerpunt, aldus spreker. De Voorzitter zegt, dat we zo gewand waren aan een bepaald collège, dat men/nauwelijks realiseert, dat de zaak nu ver-/zich anderd isSpreker wil graag aannemen, dat ook weer in het nieuwe collège de wil tôt samenwerking in het belang der ge meente primair zal zijn. Tôt de heer Poepjes zegt spreker, dat hij al in de laatste vergadering van het collëge afscheid heeft genomen van de beide Wethouders, niet kunnende weten wat zou gaan gebeuren. Daarom kon ook niet anders dan een onpersoonlijk woord worden gesproken. Thans wil spreker de heer Poepjes dank brengen voor diens aandeel bij het tôt standkomen van de besluiten, die het collège had te nemen. De heer Poepjes heeft echt mee geholpen de sfeer zo te scheppen, dat het prettig was met elkaar te mogen samenwerken. De heer Poepjes was niet een man van veel woorden, aldus de Voorzitter, maar telkens, wanneer hij sprak, was men geroepen tôt luisteren. Op buitengewoon prettige manier heeft spneker steeds met de heer Poepjes mogen omgaan. De heer Poepjes dankt de Voorzitter voor de hartelijke woorden, die deze tôt hem gericht heeft. Hij zal niet in détails ingaan op hetgeen gezegd is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 3