- 7 -
De Voorzitter zegt dan vervolgens:
Dames en Heren,
Het is reeds enige jaren geleden, dat ik voor de Oudejaars-
avond bij kwam met een kort overzicht vari datgene wat de ach-
ter ons liggende tijd voor de gemeente met zich mee gebracht had.
Deze keer wil ik dat weer doen, omdat gemeentelijk bezien de afge-
lopen jaren veel intéressants geboden hebben. Ik behoef hierbij
slechts te noemen de bestedingsbeperking, de wijzigingen in de
rentevoet daarmede nauw samenhangende en de wijze van verstrek-
king van lang kapitaal.
U allen zult zich nog herinneren, dat slechts enkele jaren ge
leden getracht moest worden om met aile mogelijke en onmogelijke
middelen de gemeenten aan kapitaal te helpen voor de bouw van wo-
ningen, terwijl daarna het knelpunt niet meer lag bij het kapi-
taalsgebrek, doch bij de overspanning van de arbeidsmarktDaar-
door kwam de prijs van aan te besteden kapitaalswerken hoger te
liggen dan aanvaardbaar werd geachtwaardoor woningbouw vrij
vaak onmogelijk werd gemaakt.
Door de grote vraag naar duurzame gebruiksgoederen, mede van de
kant van de overheid, ontstond als het ware een overconsumptie
waardoor ons land in een financieel gevaarlijke situatie terecht
kwam, wat zich onder meer uitte in een sterke stijging van de
rentestand. Hoe sterk die stijging was moge U blijken uit de vol-
gende gegevens onttrokken aan onze eigen cijfers.
Voor 3 maandelijkse kasgeldleningen moesten wij in het 3e kwar-
taal van 1956 nog betalen 2 3/4 fi, terwijl dat opliep tôt 5v
6i fi in het 4e kwartaal van 1957. Met de rente van langlopende
leningen ging het net eender, wat blijkt uit het percentage van
4 1/4, dat we in het begin van 1957 betaalden (in overeenstemming
met het rentegamma) en 6 fi in Maart 1958.
Een en ander was voor de Centrale Overheid reden de touwtjes
strakker in handen te houden, waar wij nu nog dagelijks de gevol-
gen van ondervinden. De kapitaalsvoorziening is in wezen geheel in
handen van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten gelegd, die ech-
ter, ondanks de enorme bedragen, die zij heeft kunnen aantrekken
van institutionele beleggers en van het publiek, bij lange na niet
aan de vraag kan voldoen. Bovendien worden tôt nu toe bijna aile
leningen verstrekt voor oude, reeds aangegane verplichtingen,
terwijl voor nieuwe kapitaalswerken hoegenaamd niets beschikbaar
kan worden gesteld. Dit moge geillustreerd worden door de medede-
ling, die wij van de bank ontvingen op ons verzoek f 22.000.-
lang kapitaal beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van een
auto voor gemeentewerken. Het antwoord luidde, dat vooralsnog geen
kapitaal kan worden verstrekt, doch dat men hier t.z.t. op hoopt
terug te komen.
Zoals U bekend is, worden veelal de gemeentebesturen er van be-
schuldigd de oorzaak te zijn van de te grote bestedingen (of te
veel overconsumptie). Op het laatste congres van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten is hiertegen stelling genomen en ook ik
meen te mogen beweren, dat het leeuwendeel van de uitgaven,
dat door de gemeenten werd gedaan, moest plaats vinden en niet
kon worden uitgesteld. Het is in onze gemeente slechts nodig te
wijzen naar het onderhoud van de wegen, de woningbouw en het
bejaardentehuiswaarvoor geen langer wachten of uitstel mogelijk
was