Onderwerp
Subsidie Maatschappelijk
werk.
notulen Raad*: «2^ j'#
H u i z u m, 25 November 1958.
Wij doen IJ hierbij toekomen een verzoek van de
Stichting voor Gereformeerd Maatschappelijk werk en Gezinsver-
zorging in de classis Hallum om subsidie in de kosten van een
maatschappelijk werkster, die met ingang van 1 October j.l. in
functie is getreden.
Het Stichtingsbestuur vraagt een subsidie van 157° van het
totaal der voor rijkssubsidie in aanmerking komende kosten.
Een zelfde percentage wordt gevraagd van de gemeenten
Perwerderadeel en Het Bildt.
De voorzitter van ons collège heeft zich omtrent dit ver
zoek verstaan met het Bureau Priesland van het Ministerie voor
Maatschappelijk werk, waarbij is komen vast te staan, dat de
Stichting in aanmerking komt voor overheidssubsidie op grond
van de richtlijnen voor subsidiering van het algemeen uit-
voerend maatschappelijk werk, vastgesteld door de Minister van
Maatschappelijk werk d.d. 14 Juni 1955, no. U 86113. Het rijks-
subsidie bedraagt 30$ van de volgens de richtlijnen in aan
merking komende kosten. Het totaal van het overheidssubsidie
mag het percentage van 70 niet overschrijden. Daarom zou een
bijdrage van 40$ van de gezamenlijke gemeenten toelaatbaar zijn,
Wij hebben ons over deze aangelegenheid verstaan met onze
collegae van Perwerderadeel en Het Bildt, omdat wij het van-
zelfsprekend vonden, dat in aile drie gemeenten eenzelfde
standpunt behoorde te worden ingenomen ten aanzien van het
subsidiebedrag.
Zich houdende aan het bij een vorige aangelegenheid inge
nomen standpunt, wenst het gemeentebestuur van Perwerderadeel
het subsidie op hoogstens 30$ te stellen. De Raad van de ge-
meente Het Bildt heeft zich hieraan geconformeerd
Waar de maatschappelijk werkster ook in onze gemeente werk-
zaam zal zijn, is er voor ons aanleiding voor te stellen, het
verzoek eveneens in gunstige overweging te nemen.
Het lijkt ons toe, dat terwille van de uniformiteit het
subsidie bepaald wordt op 30$ van de voor rijkssubsidie in aan
merking komende uitgaven, hetgeen practisch hierop neerkomt,
dat het totaal van de gemeentelijke subsidies dan even groot
zal zijn als het rijkssubsidie
Ieder van de drie gemeenten zou dan haar aandeel in dit
totaal kunnen bepalen op basis van het aantal zielen van de
Gereformeerde Kerken in deze gemeenten volgens het officiële
jaarboek, dat door de Gereformeerde Kerken wordt uitgegeven.
Wij stellen U voor in bovenbedoelde zin op het verzoek te
beslissen door vaststelling van het hierbij in concept overge-
legde besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
Aan
de Raad
De Secretaris,