- 7 - De Voorzitter ziet dat niet zo zwaar in, want voor dergelijke objecten krijgt men van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten wel geld los. De Raad verenigt zich met het gedane voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt het besluit vastgesteld, dat als bijlage 11 aan deze notulen is gehecht. 9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de verdeling van het op de begroting voor 1958 uitgetrokken bedrag voor sub- sidies aan culturele verenigingen. Dit voorstel luidt als volgt: bijlage 12. De Voorzitter wijst er op, dat - zoals de leden in de bij de stukken overgelegde gegevens hebben kunnen lezen - enige vereni gingen opgevoerd zijn, zodat er in diverse dorpen organisaties zijn die voor het verlenen van een bijdrage worden voorgedragen. De bibliotheken hebben het laatst in 1955 subsidie ontvangen, ■zodat deze thans wel weer in aanmerking mogen komen naar spre- kers oordeel. De heer de Swart informeert of dit het subsidie betreft over het jaar 1958. De Voorzitter: Ja, het wordt steeds achteraf toegekend als de exploitatieuitkomsten van de diverse verenigingen bekend zijn. Zonder stemming verenigt de Raad zich met het gedane voorstel. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van de Bezoldigingsverordening 1955 om de instelling van twee functies mogelijk te maken. Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 13). De heer Tolsma moest, toen hij dit voorstel las, onwillekeu- rig denken aan het proefschrift van Dr Agterberg. Spreker heeft het gevoel, dat wij nu bezig zijn rangen te creëren. Met de aanstelling van een voorman kan spreker accoord gaan als de financiële consequenties niet een bezwaar behoeven te zijn. Overigens wekt de functie van chauffeur-monteur de ge- dachte op van een lokettist, die drie loketten moet bedienen. De heer Soepboer gelooft 00k wel, dat een chauffeur er moet komen als een kipauto aangeschaft wordt. Met de schilder wil dat spreker niet zo één, twee, drie aan. Misschien is er in de gemeente toch wel een particulière schilder, die het werk kan uitvoeren. Zijn er zoveel objecten, vraagt spreker, dat de aan stelling van een gemeenteschilder daarmede gemotiveerd is? De Voorzitter antwoordt, dat het als een paal boven water staatdat er voor een schilder meer dan genoeg werk is, b.v. het bejaardencentrum, de scholen, het gemeentehuisdiverse ge- meentewoningen en die, welke het eigendom zijn van Sociale Zaken. De eigendommen kunnen niet naar behoren onderhouden worden, omdat er geen schilder te krijgen is. Het gemeentebestuur heeft al een paar maal getracht een woning met werkplaats te krijgen, doch dit is beide keren mislukt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 13